ECLI:NL:RBDHA:2025:18726

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 oktober 2025
Publicatiedatum
10 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.19411
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en intrekking van verzoek om PKV, beroep niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft eiser op 27 april 2025 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig nemen van een beslissing op zijn asielaanvraag, die op 18 augustus 2022 was ingediend. De minister van Asiel en Migratie, verweerder, heeft op 2 augustus 2025 de asielaanvraag van eiser afgewezen. Eiser heeft hiertegen separaat beroep ingesteld. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de afwijzing van de asielaanvraag door verweerder tegemoetkomt aan het beroep van eiser, waardoor eiser geen procesbelang meer heeft. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang. Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser terecht beroep heeft ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn aanvraag. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht.

De rechtbank heeft in haar beslissing verklaard dat het beroep niet-ontvankelijk is en verweerder heeft veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50. Deze uitspraak is gedaan op 9 oktober 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.19411

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser

V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. M.P.J.W.M. Govers),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 27 april 2025 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig nemen beslissen op zijn asielaanvraag van 18 augustus 2022.
Bij besluit van 2 augustus 2025 heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen. Hiertegen heeft eiser separaat beroep ingesteld.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Beoordeling door de rechtbank

1. Verweerder heeft de aanvraag van eiser afgewezen. Nu hiermee tegemoet is gekomen aan het beroep voor zover deze gericht is tegen het niet tijdig nemen van het besluit, heeft eiser in zoverre geen procesbelang meer. Dit beroep is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang.
2. Omdat eiser vanwege het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag terecht beroep heeft ingesteld, ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eisers gemaakte proceskosten. Deze kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 453,50 bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is omdat het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank:
-verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
-veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 453,50 (vierhonderddrieënvijftig euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan op 9 oktober 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin
u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit
verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet
deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten,
kunt u dit in uw verzetschrift vermelden