ECLI:NL:RBDHA:2025:18726
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en intrekking van verzoek om PKV, beroep niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft eiser op 27 april 2025 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig nemen van een beslissing op zijn asielaanvraag, die op 18 augustus 2022 was ingediend. De minister van Asiel en Migratie, verweerder, heeft op 2 augustus 2025 de asielaanvraag van eiser afgewezen. Eiser heeft hiertegen separaat beroep ingesteld. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de afwijzing van de asielaanvraag door verweerder tegemoetkomt aan het beroep van eiser, waardoor eiser geen procesbelang meer heeft. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang. Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser terecht beroep heeft ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn aanvraag. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
De rechtbank heeft in haar beslissing verklaard dat het beroep niet-ontvankelijk is en verweerder heeft veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50. Deze uitspraak is gedaan op 9 oktober 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.