ECLI:NL:RBDHA:2025:18739
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Kroatië
Op 13 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, een asielzoeker, een voorlopige voorziening vroeg tegen zijn (feitelijke) overdracht aan Kroatië. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang aanwezig was. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de kennisgeving van de minister van Asiel en Migratie, waarin werd aangegeven dat hij op 13 oktober 2025 met vlucht KL1967 naar Zagreb zou uitreizen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de overdracht niet gedwongen zou plaatsvinden, maar dat het om een gefaciliteerd vertrek ging. De mogelijkheid dat verzoeker in vreemdelingenbewaring zou worden gesteld als hij niet vrijwillig vertrok, werd als een onzekere toekomstige gebeurtenis beschouwd, waaraan verzoeker geen spoedeisend belang kon ontlenen. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld, omdat de vlucht op korte termijn gepland stond en partijen voldoende gelegenheid hadden gekregen om schriftelijk hun standpunten toe te lichten. De uitspraak werd telefonisch aan partijen medegedeeld op 11 oktober 2025.