ECLI:NL:RBDHA:2025:18775

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 oktober 2025
Publicatiedatum
13 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.6234
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met terugkeerbesluit

Op 7 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker met een V-nummer, die in beroep is gegaan tegen een terugkeerbesluit dat door de minister van Asiel en Migratie is opgelegd. Dit besluit, dat op 10 januari 2025 is genomen, geeft de verzoeker een vertrektermijn van vier weken. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, terwijl het beroep tegen het terugkeerbesluit nog aanhangig was.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is zolang de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan in de beroepsprocedure (zaaknummer NL25.6090), was het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om deze reden afgewezen.

Desondanks heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de minister van Asiel en Migratie in de proceskosten van de verzoeker moet worden veroordeeld. De kosten voor de rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 907,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. F.A. Groeneveld, in aanwezigheid van griffier A.R.M. Scheeres, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.6234

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , V-nummer: [V-nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. M.K. Bhadai),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 10 januari 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan verzoeker een terugkeerbesluit met een vertrektermijn van vier weken opgelegd.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld (NL25.6090). Hij heeft tevens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:83,
derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en overweegt daartoe het volgende.
2. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het
beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.6090, heeft de rechtbank op het beroep beslist. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Gelet op de uitkomst van de beroepsprocedure ziet de voorzieningenrechter wel aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten die verzoeker in verband met zijn verzoek om een voorlopige voorziening heeft gemaakt. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 907,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 907,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F.A. Groeneveld, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.R.M. Scheeres, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open