ECLI:NL:RBDHA:2025:18802

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 september 2025
Publicatiedatum
13 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.40909
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Kroatië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 september 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, een minderjarige, heeft samen met haar gemachtigde, mr. J.G. Wiebes, een verzoek ingediend om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. J. Visschers, heeft echter de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 16 september 2025, waarbij verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk, E. Epozdimir. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, gezien de uitspraak in een andere zaak (NL25.40908) op dezelfde datum, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Het verzoek is daarom afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, in aanwezigheid van griffier mr. M.A.W.M. Engels, en is openbaar gemaakt op 29 september 2025. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.40909
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , V-nummer: [V-nummer 1] , verzoekster,

mede namens haar minderjarige kind,
[minderjarige kind], V-nummer: [V-nummer 2] (gemachtigde: mr. J.G. Wiebes),
en

de minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. J. Visschers).

Procesverloop

Bij besluit van 27 augustus 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL25.40908, op
16 september 2025 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen E. Epozdimir. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.40908, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
29 september 2025

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.