ECLI:NL:RBDHA:2025:18842

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 oktober 2025
Publicatiedatum
14 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.28746
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag van vreemdeling uit Syrië

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 14 oktober 2025, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres stelde dat de minister niet tijdig had beslist op haar asielaanvraag, ingediend op 1 februari 2024. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat zij geen zitting nodig achtte en het beroep zonder zitting heeft behandeld. De rechtbank merkte op dat de minister, op basis van een Besluit- en Vertrekmoratorium (BVM) dat op 11 december 2024 was ingesteld, de beslistermijn voor asielaanvragen had verlengd tot maximaal 21 maanden. Eiseres had de minister op 9 mei 2025 in gebreke gesteld, maar omdat het BVM nog van kracht was, was de ingebrekestelling prematuur. Hierdoor voldeed het beroep niet aan de vereisten voor ontvankelijkheid. De rechtbank concludeerde dat het beroep niet-ontvankelijk was en dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden. Eiseres kan de minister opnieuw in gebreke stellen nu het BVM is geëindigd.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.28746

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),
en

de minister van Asiel en Migratie.

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend omdat de minister niet op tijd zou hebben beslist op de asielaanvraag van 1 februari 2024.
1.1.
De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en heeft gevraagd of partijen het daarmee eens zijn. Partijen hebben daarna niet om een zitting gevraagd. De rechtbank heeft het beroep daarom niet op zitting behandeld en sluit hierbij het onderzoek. [1]

Beoordeling door de rechtbank

Is het beroep ontvankelijk?
2. De minister moet uiterlijk binnen zes maanden na het ontvangen van de aanvraag beslissen. Eiseres heeft de minister bij brief van 9 mei 2025 in gebreke gesteld en vervolgens op 30 juni 2025 haar beroep ingediend. [2] Met het besluit van 11 december 2024, in werking getreden op 14 december 2024, heeft de minister een Besluit- en Vertrekmoratorium [3] (BVM) ingesteld voor vreemdelingen uit Syrië. Met het BVM voor vreemdelingen uit Syrië heeft de minister de beslistermijn voor lopende asielaanvragen verlengd tot ten hoogste 21 maanden. Op het moment van indienen van de ingebrekestelling was het door de minister ingestelde BVM nog in werking, waardoor de minister niet kon beslissen op de aanvraag en de ingebrekestelling prematuur is ingediend. Het beroep tegen het niet tijdig beslissen voldoet daarom niet aan de vereisten [4] voor het indienen van zo’n beroep.
3. De rechtbank merkt op dat eiseres de minister opnieuw in gebreke kan stellen, nu het BVM is geëindigd.

Conclusie en gevolgen

4. Het beroep is niet-ontvankelijk. De minister hoeft de proceskosten niet te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, rechter, in aanwezigheid van
A.S. van der Veen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
2.Artikel 6:12, tweede lid aanhef en onder b, van de Awb.
3.Besluit van 11 december 2024 tot het instellen van een besluitmoratorium en een vertrekmoratorium voor vreemdelingen afkomstig uit Syrië (
4.Artikel 6:12 van de Awb.