Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de producties van [eiseres] , genummerd EP01 tot en met EP41,
- de conclusie van antwoord van Vonroc,
- de producties van Vonroc, genummerd GP01 tot en met GP13,
- de akte overlegging aanvullende productie EP51 (kostenstaat)
- de pleitnota van [eiseres] ,
- de pleitnota van Vonroc.
2.De feiten
wherein each or at least part of the collapsible columns (1a, 1b, 21, 22) has a bottom opening and an inner wall and receives a cover (23) at the bottom opening to cover the bottom opening;
wherein the cover (23) has a small cylindrical portion (24) and a large cylindrical portion (25) with a peripheral surface located under the small cylindrical portion (24);
the small cylindrical portion (24) is inserted into the bottom opening of a column (21) and is positioned inside the column (21), while the large cylindrical portion (25) is exposed outside of the column (21) and inserted inside of a next lower column (22);
an annular groove (26) is formed on the peripheral surface of the large cylindrical portion (25); and
a sealing ring (27) is disposed inside the annular groove (26), with the sealing ring (27) touching the inner wall of the next lower column (22) when the stile is extending or collapsing, said sealing ring (27) forming a frictional seal for the next lower column (22) and dividing the next lower column (22) into an upper part (28) above the sealing ring (27) and a lower part (29) below the sealing ring (27);
characterized in thatone or more air ducts (30a, 30b) are provided in the cover (23), each air duct (30a, 30b) having a first air opening (31) and a second air opening (32), with the first air opening (31) arranged above the large cylindrical portion (25) and in correspondence with an opening (36) in a lower wall part of the column (21) receiving the cover (23), whereby the first air opening (31) faces the inside or the interior of the upper part (28) of the next lower column (22), and with the second air (32) opening facing a bottom part of the cover (23) and the inside or the interior of the lower part (29) of the next lower column (22), thereby enabling air to exit from the upper part (28) to the lower part (29) of the next lower column (22).
dat
3.Het geschil
soft closefunctie vervult als de afdekking volgens EP 589. Daarnaast maken de Vonroc ladders ook inbreuk op conclusies 2, 3 en 4 van EP 589.
4.De beoordeling
soft closemechanisme, waarbij de delen minder snel in elkaar schuiven. Bij het inschuiven van de kolommen (in EP 589 ‘staanders’) van de ladder in elkaar, krijgt de gebruiker daardoor meer tijd om zijn hand weg te halen. Het Octrooi bereikt dit met behulp van een deksel (in EP 589: ‘bedekking’) waarmee de onderkant van de staanders van de telescopische delen wordt afgedekt. Het deksel bevat een afdichting (O-ring) om de omtrek van het deksel en luchtdoorgangen met uitgangen boven en onder de O-ring, die in combinatie zorgen voor een verhoogde weerstand bij het in elkaar schuiven van de ladder. De O-ring geeft een mechanische weerstand tussen de twee in elkaar te schuiven staanders en de luchtdoorgangen geven een luchtweerstand, maar maken luchtverplaatsing van de onderste staander naar ruimte tussen de wanden van de twee staanders mogelijk. Dit creëert het
soft closeeffect, waarbij de schuifbeweging van de ladderdelen vertraagt. De afhankelijke conclusies van EP 589 hebben betrekking op een flexibele afdichting aan de onderste uitgang van de luchtdoorgangen, waardoor er bij het uitschuiven van de ladder weinig luchtweerstand is en de ladder gemakkelijk uitschuift, terwijl de luchtweerstand bij het inschuiven wordt verhoogd.
bovenhet grote cilindrische deel (25) van die bedekking. Uit de kenmerken 1.3, 1.3.1 en 1.3.2 blijkt dat het grote cilindrische deel (25) is gelegen onder een smaller cilindrisch deel (24) van de bedekking, dat in de bodemopening van een staander van de telescopische ladder is ingebracht. De vakpersoon die deze kenmerken in samenhang leest, zal daaruit begrijpen dat de eerste luchtopening (31) zich in het smalle cilindrische deel (24) van de bedekking bevindt, dat wordt ontvangen door de staander, en in overeenstemming is met opening (36) in de wand van die staander. De vakpersoon ziet dat bevestigd in de beschrijving in [0015] en [0016]. De vakpersoon ziet dat ook bevestigd in de figuren 2a, 2b en 3 van EP 589. Zo is in figuur 2a goed te zien dat wand (21) van de binnenste staander het smalle cilindrische deel van de bedekking opneemt en de wand van de staander een opening (36) heeft die overeenstemt met een eerste luchtopening (31) in de bedekking. In figuur 2a wordt
auxiliary sealing ring(35) weergegeven, die zich blijkens de beschrijving in [0017] bevindt tussen de onderkant van het smalle cilindrische deel (24) en de binnenwand van staander (21). De luchtopening in het smalle cilindrische deel correspondeert dus met een opening in die wand.
bovenmaar
inhet grote cilindrische deel van de bedekking. Het octrooischrift van EP 589 vermeldt niets over het technisch effect van die verschilmaatregelen. [eiseres] heeft in deze procedure ook geen technisch effect van die verschilmaatregelen gesteld. [eiseres] betwist het betoog van Vonroc dat de kenmerken 1.5.1 en 1.5.2 de functie van borging van de afdekking in de staander vervullen. EP 589 valt naar voorlopig oordeel dan ook te beschouwen als een alternatieve oplossing voor hetzelfde probleem als EP 155. EP 589 laat de lucht niet door een groef met overmaat stromen, maar door een daarvan afgescheiden kanaal waarvan de eerste opening zich in het smalle cilindrische deel van de bedekking bevindt en correspondeert met een opening in de wand van de staander. Dat is de enige technische leer die EP 589 aan de stand van de techniek toevoegt. Een billijke beschermingsomvang van het octrooi is dan ook beperkt tot equivalente oplossingen waarin juist die technische leer – voor zover al inventief – wordt toegepast. Dat betekent dat een billijke bescherming van EP 589 geen equivalenten omvat die juist die leer niet toepassen. De Vonroc bedekking valt daarom niet onder de beschermingsomvang van EP 589.