KRS vordert, na wijziging van eis, samengevat, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
primair:
I voor recht verklaart dat de Overeenkomst reeds, al dan niet gedeeltelijk, rechtsgeldig is ontbonden;
II [partij B] veroordeelt tot betaling van de reeds verschuldigde wettelijke rente over de door haar betaalde en door [partij B] niet terugbetaalde koopsom, te rekenen vanaf 1 april 2023;
subsidiair:
III De Overeenkomst per datum vonnis, al dan niet gedeeltelijk, ontbonden verklaart;
primair en subsidiair:
IV voor recht verklaart dat er vanwege de (gedeeltelijke) ontbinding ongedaanmakings-verbintenissen tot stand zijn gekomen, inhoudende terugbetaling van (een deel van) de betaalde koopsom en terugname van (een deel van) het geleverde;
V [partij B] veroordeelt tot nakoming van de onder IV genoemde ongedaanmakings-verbintenissen, binnen 14 dagen na datum van het te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000 voor elke dag dat [partij B] deze verplichtingen niet tijdig en volledig is nagekomen, zulks met een maximum van
€ 1.520.000;
meer subsidiair:
VI [partij B] veroordeelt tot volledige en deugdelijke levering c.q. herstel van de Doorloopoven binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag van betekening van het vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 25.000 voor
elke dag dat voormelde termijn wordt overschreden zonder dat er sprake is van volledig en deugdelijke levering c.q. herstel van de Doorloopoven te bepalen door een onafhankelijk deskundige, zulks met een maximum van € 1.520.000;
in alle gevallen:
VII voor recht verklaart dat [partij B] aansprakelijk is voor de KRS geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat;
VIII [partij B] veroordeelt tot betaling van een voorschot van € 900.000 op de door KRS geleden en te lijden schade, te voldoen uiterlijk 14 dagen na de datum van het vonnis;
IX [partij B] veroordeelt in de kosten van de procedure, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis en, voor het geval voldoening niet binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening, alsmede [partij B] te veroordelen in de nakosten.