In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 oktober 2025, wordt de zaak behandeld van eiseres die geen rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan heeft gehad op basis van artikel 8.12 van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000). De minister van Asiel en Migratie heeft vastgesteld dat eiseres niet voldoet aan het middelenvereiste, wat leidt tot de conclusie dat haar beroep ongegrond is. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister, waarin deze zijn standpunt handhaaft dat eiseres niet als economisch actieve gemeenschapsonderdaan kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiseres beoordeeld, maar komt tot de conclusie dat de minister terecht heeft geoordeeld dat eiseres niet voldoet aan het middelenvereiste. De rechtbank wijst erop dat de gemachtigde van eiseres te laat aanvullende beroepsgronden heeft ingediend, wat in strijd is met de goede procesorde. De rechtbank concludeert dat eiseres geen rechtmatig verblijf heeft gehad en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.