ECLI:NL:RBDHA:2025:19059
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot toegang tot zelfmeldprocedure na omzetting taakstraf naar vervangende hechtenis
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 oktober 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en de Staat der Nederlanden. [eiser] vorderde dat de Staat hem in de gelegenheid zou stellen om de zelfmeldprocedure te volgen, nadat zijn taakstraf was omgezet naar vervangende hechtenis. De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiser] eerder was veroordeeld voor schuldwitwassen en een taakstraf van 240 uren had opgelegd gekregen. Van deze taakstraf had hij echter 102,5 uur niet uitgevoerd, wat leidde tot de omzetting naar vervangende hechtenis. De rechtbank oordeelde dat de Staat (het CJIB) een ruime beleidsvrijheid heeft bij de beslissing om een zelfmeldstatus toe te kennen en dat de voorzieningenrechter terughoudend moet zijn bij de toetsing van deze beslissing. De rechtbank concludeerde dat de Staat in redelijkheid heeft kunnen besluiten om [eiser] geen zelfmeldstatus toe te kennen, gezien de omstandigheden van de zaak en de belangenafweging die daarbij gemaakt moest worden. De vorderingen van [eiser] werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.