ECLI:NL:RBDHA:2025:19077
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Turkse eiser met betrekking tot vrees voor vervolging en militaire dienstplicht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 17 oktober 2025, wordt het beroep van een Turkse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag behandeld. De eiser, die op 17 oktober 2023 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel indiende, kreeg op 12 juni 2025 een afwijzing van de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank oordeelt dat de vrees van de eiser voor vervolging in Turkije, vanwege het lidmaatschap van zijn vader bij de HDP, niet aannemelijk is gemaakt. De rechtbank stelt vast dat er geen negatieve aandacht van de autoriteiten voor de eiser is en dat zijn vrees voor de dienstplicht niet gegrond is, aangezien hij de dienstplichtige leeftijd van 20 jaar nog niet heeft bereikt. De rechtbank concludeert dat de asielaanvraag ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor het verlenen van een reguliere verblijfsvergunning op basis van artikel 8 EVRM, omdat er geen hechte persoonlijke banden zijn aangetoond. De uitspraak wordt gedaan door mr. B. van Dokkum, in aanwezigheid van griffier mr. M.J.J. Roks.