ECLI:NL:RBDHA:2025:19086
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag herbeoordeling kinderopvangtoeslag wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 24 oktober 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag behandeld. Eiseres had zich op 15 april 2024 aangemeld voor een herbeoordeling, maar haar aanvraag werd afgewezen omdat deze te laat was ingediend. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Eiseres was in de veronderstelling dat zij geen recht had op compensatie vanwege de meerderjarigheid van haar dochter, maar de rechtbank stelt vast dat de aanvraag voor 1 januari 2024 ingediend had moeten worden, zoals voorgeschreven in artikel 6.1 van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De rechtbank concludeert dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij zich niet tijdig kon aanmelden en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. Het beroep op de hardheidsclausule en het gelijkheidsbeginsel wordt eveneens afgewezen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag door verweerder terecht was.