In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 12 september 2025, in de zaak SGR 23/120, gaat het om een beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een erfafscheiding van twee meter hoog. Eiser, wonende aan [adres 1] in Den Haag, heeft op 22 november 2021 een aanvraag ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag op 9 mei 2022 is afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er een gebrek aan het bestreden besluit kleeft, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Dit betekent dat hoewel het beroep gegrond is, de weigering van de omgevingsvergunning blijft bestaan. De rechtbank concludeert dat de erfafscheiding in strijd is met de bestemming 'Waarde – Cultuurhistorie' en de redelijke eisen van welstand. De rechtbank stelt vast dat het college zich terecht heeft gebaseerd op het advies van de Welstands- en Monumentencommissie, die heeft aangegeven dat de erfafscheiding het straatprofiel blokkeert en de cultuurhistorische waarden verstoort. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat het advies van de commissie niet zorgvuldig tot stand is gekomen. De rechtbank vernietigt het besluit van 24 november 2022, maar laat de rechtsgevolgen in stand, wat betekent dat de afwijzing van de omgevingsvergunning blijft bestaan. Eiser krijgt een vergoeding van het griffierecht en proceskosten.