ECLI:NL:RBDHA:2025:19144

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 oktober 2025
Publicatiedatum
20 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.49200
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolgberoep vreemdelingenbewaring met psychische problemen en verzoek om schadevergoeding

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 oktober 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van vreemdelingenbewaring van eiser, die de Sierra Leoonse nationaliteit heeft. Eiser heeft op 22 augustus 2025 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet (Vw). Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanleiding is om het voortduren van de maatregel onrechtmatig te achten. Eiser heeft psychische problemen, maar de rechtbank oordeelt dat de medische zorg in het detentiecentrum adequaat is en dat er geen detentieongeschiktheid is vastgesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.49200

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. R.E. Temmen),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: mr. M. Volker).

Procesverloop

Verweerder heeft op 22 augustus 2025 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw [1] opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd.
Eiser heeft hierop gereageerd.
Desgevraagd heeft verweerder op 15 oktober 2025 een reactie ingediend.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten op 16 oktober 2025.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [datum] 1999 en de Sierra Leoonse nationaliteit te hebben.
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van 3 september 2025 volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, 2 september 2025, rechtmatig was. [2] Daarom is bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel van bewaring slechts de periode van belang sinds 2 september 2025.
4. Eiser voert aan dat hij psychisch zeer in de war is. Dit valt onder meer op te maken uit een gesprek dat eiser met zijn gemachtigde heeft gehad en het verslag van het vertrekgesprek van 26 augustus 2025. Daarnaast heeft een vriend van eiser te kennen gegeven dat er met eiser geen gesprek meer te voeren is. Ook het IOM-traject is gestaakt, omdat IOM meent dat eiser in de war is en dat met hem niet gepraat kan worden. Momenteel krijgt eiser geen behandeling voor zijn psychische problemen. Een psychiater of psycholoog dient zo spoedig mogelijk eisers detentiegeschiktheid te beoordelen en te beoordelen of eiser een behandeling nodig heeft op grond waarvan hij uitstel van vertrek dient te krijgen. Een overplaatsing naar een ggz-instelling is op zijn plaats en terugkeer naar Sierra Leone is niet aan de orde voordat een behandeling heeft plaatsgevonden. Op 15 oktober 2025 heeft eiser bij verweerder een beroep gedaan op artikel 64 van de Vw.
5. In wat eiser aanvoert, ziet de rechtbank geen aanleiding om het voortduren van de maatregel onrechtmatig te achten. De rechtbank merkt hierbij op dat zij, zoals onder 3 is overwogen, slechts het voortduren van de maatregel sinds 2 september 2025 toetst en dat zij daarom het verslag van het vertrekgesprek van 26 augustus 2025 niet betrekt bij haar beoordeling. Uit het verslag van het vertrekgesprek dat op 15 september 2025 met eiser is gevoerd, blijkt dat eiser medicatie krijgt. Gelet daarop kan, zoals verweerder in zijn brief van 15 oktober 2025 naar voren heeft gebracht, ervan worden uitgegaan dat eiser in beeld is bij de medische dienst in het detentiecentrum. Gesteld noch gebleken is dat de medische zorg in het detentiecentrum tekortschiet. De medische voorzieningen in het detentiecentrum zijn gelijkwaardig met de gezondheidszorg in de vrije maatschappij. Verder is van detentieongeschiktheid niet gebleken.
6. Overigens merkt de rechtbank nog op dat het indienen van een aanvraag voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vw niet maakt dat het voortduren van de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw onrechtmatig is. Het indienen van een dergelijke aanvraag levert immers nog geen rechtmatig verblijf op. Daarnaast kan de bewaringsrechter niet vooruitlopen op de gevolgen van de uitkomst van die procedure voor de maatregel van bewaring.
7. Ook met inachtneming van de ambtshalve toets ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat het voortduren van de maatregel van bewaring onrechtmatig is.
8. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan op 20 oktober 2025 door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.