ECLI:NL:RBDHA:2025:19159

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 oktober 2025
Publicatiedatum
20 oktober 2025
Zaaknummer
25/7389
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening en ordemaatregel in het bestuursrecht met betrekking tot bijstandsuitkering

Op 16 oktober 2025 heeft verzoekster de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag verzocht om een voorlopige voorziening en een ordemaatregel. Verzoekster, die in een situatie van acute bestaansonzekerheid verkeert, vraagt het college van burgemeester en wethouders van Den Haag om haar per direct een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet toe te kennen. Ze stelt dat de weigering van het college haar in een onhoudbare situatie plaatst, waarbij ze dreigt dakloos te worden met haar minderjarig kind. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een ordemaatregel afgewezen, omdat verzoekster de spoed van haar verzoek niet voldoende heeft onderbouwd. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om de gevraagde maatregel te treffen en heeft het verzoek daarom afgewezen. De rechtbank zal zo snel mogelijk een datum bepalen voor de behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening op zitting. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. Verloop, rechter, in aanwezigheid van mr. W. Goederee, griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 oktober 2025. Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

Rechtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 25/7389
uitspraak van de voorzieningenrechter van 16 oktober 2025 op het verzoek om voorlopige voorziening van

[verzoekster] , te [woonplaats] , verzoekster

(gemachtigde A. Khottour),
tegen

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, het college

(gemachtigde: mr. P. Siemerink).

Procesverloop

Verzoekster heeft op 16 oktober 2025 de voorzieningenrechter van deze rechtbank gevraagd een voorlopige voorziening te treffen. Daarnaast heeft zij gevraagd een ordemaatregel te treffen, waarbij het college wordt opgedragen om verzoekster per direct tot aan de beslissing op bezwaar een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet toe te kennen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een ordemaatregel af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Verzoekster heeft aan haar verzoek om een ordemaatregel ten grondslag gelegd dat zij verkeert in een situatie van acute bestaansonzekerheid. Door de weigering van het college haar een uitkering toe kennen, dreigt zij daadwerkelijk dakloos te worden. Zij zegt geen toegang tot reguliere huurcontracten te hebben, haar huidige onderkomen niet te kunnen bekostigen en het risico te lopen op straat te belanden met haar minderjarig kind.
3. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoekster de spoed die vereist is voor het treffen van een ordemaatregel niet nader heeft onderbouwd. Gelet daarop ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding de gevraagde ordemaatregel te treffen en wijst het verzoek daarom af.
4. De voorzieningenrechter overweegt ten slotte dat de rechtbank zo snel mogelijk een datum zal bepalen waarop het verzoek om een voorlopige voorziening op zitting behandeld zal worden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. Verloop, rechter, in aanwezigheid van mr. W. Goederee, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2025.
griffier voorzieningenrechter
de griffier is verhinderd om
deze uitspraak mee te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.