ECLI:NL:RBDHA:2025:19182
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buitenbehandelingstelling asielaanvraag van eiser die met IOM naar Nigeria is vertrokken
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen de buitenbehandelingstelling van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser heeft op 1 september 2022 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 15 augustus 2023 buiten behandeling gesteld. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Op 3 juni 2025 heeft de minister de rechtbank geïnformeerd dat eiser met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) naar zijn land van herkomst, Nigeria, is vertrokken. De rechtbank heeft partijen gevraagd of een zitting nodig was, maar omdat partijen geen zitting hebben aangevraagd, is het onderzoek gesloten zonder behandeling op zitting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 20 mei 2025 naar Nigeria is vertrokken en dat hij alle lopende procedures voor het verkrijgen van een verblijfstitel heeft ingetrokken. De gemachtigde van eiser heeft in juni 2025 aangegeven dat het niet gelukt is om contact met eiser te krijgen, en op 3 september 2025 zijn aanvullende gronden van beroep ingediend. De rechtbank oordeelt dat eiser geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, aangezien hij expliciet heeft ingestemd met de intrekking van zijn verblijfsprocedure en geen prijs meer stelt op internationale bescherming in Nederland. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en wijst vergoeding van proceskosten af.