ECLI:NL:RBDHA:2025:1926
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Dublin-overdracht naar Spanje
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 februari 2025 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een asielaanvraag van een verzoeker, die op 20 januari 2025 een aanvraag indiende voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen, met als argument dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublin-verordening.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 4 februari 2025, maar de verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen, terwijl de minister zich wel heeft laten vertegenwoordigen. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL25.2868) die verband houdt met het beroep van de verzoeker. Hierdoor is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 12 februari 2025, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.