Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
Artikel 2. DE ECHTELIJKE WONING EN ANDERE ONROERENDE GOEDEREN
Partijen verklaren door ondertekening van dit convenant dat zij zich hebben laten informeren over de fiscale gevolgen van de regeling dan wel dat zij ervoor kiezen geen advies in te winnen en de gevolgen daarvan nadrukkelijk zelf dragen.
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
“Ik heb de mediator, mr. [naam] , gebeld en deze liet mij weten dat partijen desbewust een overeenkomst met elkaar hebben getroffen zonder dat zij wilden taxeren. ‘Zij wisten precies wat zij wilden’, aldus mr. [naam] . Dit is juist. De heer [gedaagde] wilde maar al te graag de destijds goed lopende eenmanszaak behouden en mevrouw [eiseres] in ruil daarvoor [adres 2] toedelen.”.De inhoud van deze mededeling op zichzelf is niet door de man betwist. De voorzieningenrechter gaat er daarom voorshands vanuit dat partijen zelf een waarde hebben toegekend aan de goederen in de gemeenschap en de man niet heeft gedwaald omtrent de waarde ervan. Voor zover de man aanvoert dat de hypotheekschuld ten aanzien van de woning aan [adres 1] volledig op zijn naam staat en dat ook daaruit blijkt dat hij aanzienlijk is benadeeld, faalt ook dit betoog. Hoewel de hypotheek niet ook op naam van de vrouw staat, heeft de vrouw ter zitting erkend dat zij voor die hypotheekschuld intern draagplichtig is jegens de man, omdat zij voor de helft eigenaar is. Tegen deze achtergrond is in dit kort geding niet aannemelijk geworden, laat staan evident zoals de man aanvoert, dat de man heeft gedwaald omtrent de waarde van een of meer te verdelen goederen en schulden.