Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter van in de zaak tussen
[verzoeker] , [v-nummer] , verzoeker
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Verzoeker heeft op 3 oktober 2011 een aanvraag ingediend om toepassing van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw; uitstel van vertrek vanwege medische redenen). Verweerder heeft deze aanvraag afgewezen en het bezwaar van verzoeker daartegen bij besluit van 22 augustus 2019 – na terugwijzing door deze rechtbank, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, bij uitspraak van 11 januari 2016 (AWB 14/25988) – opnieuw ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 24 december 2020 van dezelfde zittingsplaats (AWB 19/7074) is het beroep ongegrond verklaard. Op 22 april 2025 is aan verzoeker de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw. Op 17 oktober 2025 heeft verweerder het voornemen kenbaar gemaakt verzoeker uit te laten reizen naar Kinshasa.
noodzakelijkezorg daar niet kan bekostigen is niet met concrete gegevens onderbouwd en biedt dan ook geen grond voor het oordeel dat noodzakelijke medische zorg voor hem in de DRC niet beschikbaar of toegankelijk is.