ECLI:NL:RBDHA:2025:19345

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 september 2025
Publicatiedatum
22 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/690851 / KG ZA 25-862
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van zorgregeling vanwege ernstige zorgen over verslavingsproblematiek van de vader

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 26 september 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder en een vader over de zorgregeling voor hun minderjarige kind. De moeder vorderde de schorsing van de zorgregeling die eerder was vastgesteld in een beschikking van 23 mei 2025, vanwege ernstige zorgen over de verslavingsproblematiek van de vader. De ouders zijn gehuwd in 2020 en hebben samen een kind, geboren in 2021. De vader heeft een geschiedenis van alcoholmisbruik en heeft zich niet gehouden aan eerder gemaakte veiligheidsafspraken. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 september 2025, waarbij de moeder en de vader aanwezig waren, werd duidelijk dat de vader sinds eind juni 2025 zijn alcoholgebruik niet onder controle heeft en dat er incidenten zijn geweest waarbij de veiligheid van het kind in het geding was. De voorzieningenrechter oordeelde dat er op dat moment geen onbegeleid contact tussen de vader en het kind kon plaatsvinden, gezien de ernst van de situatie en het gebrek aan informatie over de behandeling van de vader. De rechtbank heeft de zorgregeling geschorst en de vader voorlopig de zorg en het contact met het kind ontzegd, totdat er nieuwe afspraken zijn gemaakt of in de bodemprocedure anders wordt beslist. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/690851 / KG ZA 25-862
Vonnis in kort geding van 26 september 2025
in de zaak van
[de moeder]in [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. N. van der Vegt in Bussum,
tegen:
[de vader]in [woonplaats] ,
gedaagde.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘de moeder’ en ‘de vader’.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- het bericht van 19 september 2025 namens de moeder;
- het proces-verbaal van aangifte van 7 september 2025, ingekomen op
11 september 2025 namens de moeder.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 september 2025, waarbij zijn verschenen: de moeder met mr. S.E.W.C.M. Kneepkens als waarnemend advocaat, de vader en [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming. Tijdens de zitting is vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

Op grond van de stukken en dat wat op de zitting is besproken wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
De moeder en de vader zijn gehuwd op [dag] 2020 in [plaats] , Afghanistan. Zij zijn de ouders van de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2021 in [geboorteplaats] . De ouders oefenen het gezamenlijk gezag uit over [minderjarige] .
2.2.
Bij beschikking van 23 mei 2025 van deze rechtbank is, voor zover hier van belang:
- de echtscheiding tussen de ouders uitgesproken;
- bepaald dat [minderjarige] de hoofdverblijfplaats zal hebben bij de moeder;
- bepaald dat [minderjarige] bij de man zal verblijven op woensdagen en donderdagen van 7.30 uur tot uiterlijk 17.30 uur en één keer in de veertien dagen op zondag van 9.30 uur tot 17.00 uur, onder de voorwaarde dat de situatie van [minderjarige] bij de man veilig is en dat de man onder behandeling is voor zijn verslavingsproblematiek.

3.Het geschil

3.1.
De moeder vordert – zakelijk weergegeven – de zorgregeling zoals vastgesteld in de beschikking van 23 mei 2025 te schorsen c.q. te schorsen en de vader de zorg voor en het contact met [minderjarige] te ontzeggen, voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
3.2.
Daartoe voert de moeder – samengevat – het volgende aan. De vader kampt met ernstige verslavingsproblematiek met betrekking tot alcohol. Tijdens de echtscheidingsprocedure liet de vader zich opnemen in een verslavingskliniek en in het licht van die ontwikkeling heeft de moeder de zorgregeling verzocht welke is vastgesteld in de beschikking van 23 mei 2025. Vervolgens heeft de vader het traject in de kliniek niet afgemaakt. Sinds eind juni 2025 is het alcoholgebruik van de vader, ondanks begeleiding vanuit Brijder, toegenomen. Er heeft toen een incident plaatsgevonden tussen de ouders, waar [minderjarige] getuige van was, waarna er met Veilig Thuis veiligheidsafspraken zijn gemaakt. De vader komt de veiligheidsafspraken niet na en vertoont steeds agressiever gedrag. Eind augustus 2025 heeft de vader aangegeven een einde aan zijn leven en dat van [minderjarige] te zullen maken. Daarnaast heeft hij doodsbedreigingen richting de moeder geuit, ook in het bijzijn van hulpverleners van Brijder. Zij hebben toen de politie ingeschakeld. De medewerkers van de kinderopvang van [minderjarige] hebben ook zorgen geuit bij het wijkteam en Veilig Thuis over de veiligheid van [minderjarige] vanwege het alcoholgebruik van de vader. De moeder heeft grote vrees voor de veiligheid van [minderjarige] .
3.3.
De vader voert verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4.De beoordeling van het geschil

Spoedeisendheid
4.1.
Deze zaak heeft een spoedeisend karakter, omdat de gestelde gedragingen en uitlatingen van de vader een bedreiging vormen voor de veiligheid van [minderjarige] . De voorzieningenrechter zal de vordering van de moeder, die strekt tot schorsing van de zorgregeling, dan ook inhoudelijk behandelen.
Schorsing zorgregeling
4.2.
Uit de stukken en dat wat er op de zitting is besproken is de voorzieningenrechter het volgende gebleken. Na de beschikking van 23 mei 2025 zijn de zorgen over het alcoholgebruik van de vader toegenomen. Eind juli 2025 zijn er met Veilig Thuis de volgende veiligheidsvoorwaarden en -afspraken gemaakt:
Veiligheidsvoorwaarden:
- Er is geen sprake van alcoholgebruik op het moment dat vader de zorg draagt over [minderjarige] ;
- [minderjarige] is geen getuige van de gevolgen van middelen misbruik;
- Er is geen sprake van fysiek of verbaal geweld tussen ouders;
- Vader accepteert de hulpverlening van Brijder en werkt hier actief aan mee.
Veiligheidsafspraken:
- Moeder belt de politie als zij zich onveilig voelt;
- Vader is niet alleen met [minderjarige] wanneer hij onder invloed is van alcohol.
4.3.
Door zowel Veilig Thuis als Brijder is geconstateerd dat de vader de veiligheidsafspraken niet nakomt, zo blijkt uit de door de vrouw overgelegde stukken. Dat heeft erin geresulteerd dat de moeder en [minderjarige] tijdelijk elders verblijven. Op de zitting is gebleken dat de vader sinds 5 september 2025 is opgenomen bij Brijder voor behandeling van zijn verslavingsproblematiek. De vader heeft op de zitting verklaard dat hij voor de zitting verlof had gekregen om de zitting te kunnen wonen, maar dat hij binnenkort ook weer ontslag zou krijgen, omdat detox had plaatsgevonden. De vader zal naar eigen zeggen nu ook een traumabehandeling gaan krijgen.
4.4.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat, gelet op de ernstige zorgen omtrent de uitlatingen en het gedrag van de vader, er op dit moment geen onbegeleid contact kan plaatsvinden tussen de vader en [minderjarige] , omdat er geen informatie van zijn behandelaren beschikbaar is over hoe het nu met de vader gaat. De verklaring van de vader op de zitting dat hij geen alcoholprobleem meer heeft, is in het licht van de recente meldingen van Brijder en van de politie bij Veilig Thuis, alsook de zorgen zoals deze zijn geuit door de kinderopvang van [minderjarige] , niet geruststellend. De voorzieningenrechter acht het in het belang van [minderjarige] noodzakelijk dat de huidige zorgregeling wordt geschorst zolang de alcoholverslaving van de vader op de voorgrond blijft staan en niet duidelijk is of de psychische gesteldheid van de vader voldoende is verbeterd. De veiligheid van [minderjarige] kan op dit moment niet worden gewaarborgd als er onbegeleid contact tussen de vader en [minderjarige] zou zijn.
4.5.
Op de zitting is gebleken dat er op dit moment wel regelmatig contact is tussen de vader en [minderjarige] via videobellen. De voorzieningenrechter begrijpt de wens van de vader om ook fysiek contact met [minderjarige] te hebben. Daarvoor is op dit moment echter begeleiding van een professionele derde nodig. Gebleken is dat het sociaal wijkteam al betrokken is bij het gezin. Op de zitting is met ouders besproken dat het sociaal wijkteam mogelijk ook ondersteuning kan bieden bij het begeleiden van de omgang tussen de vader en [minderjarige] . Mocht dat niet mogelijk blijken, dan zouden de ouders daarvoor ook contact kunnen opnemen met het Centrum voor Jeugd en Gezin. Daarbij heeft de Raad voor de Kinderbescherming op de zitting nog benadrukt dat het in dit geval belangrijk is dat de betrokken hulpverlener toestemming van de vader krijgt om contact op te nemen met zijn behandelaar bij Brijder, zodat kan worden besproken hoe het met de vader gaat en wat er mogelijk is voor de omgang.
4.6.
Gelet op het voorgaande zal de voorzieningenrechter de vordering van de moeder in zoverre toewijzen, dat de vastgestelde zorgregeling wordt geschorst en de vader voorlopig de zorg voor en
fysiekcontact met [minderjarige] wordt ontzegd, totdat de ouders met hulpverlening andere (schriftelijke) afspraken hebben gemaakt of in de bodemprocedure anders is beslist. Dat betekent dat het contact tussen de vader en [minderjarige] voorlopig uitsluitend via videobellen zal plaatsvinden dan wel onder begeleiding van een professionele derde.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
schorst de zorgregeling tussen de vader en [minderjarige] , zoals is vastgesteld in de beschikking van 23 mei 2025 van deze rechtbank, en ontzegt de vader voorlopig de zorg voor en fysiek contact met [minderjarige] , totdat de ouders met hulpverlening andere schriftelijke afspraken hebben gemaakt of in de bodemprocedure anders is beslist;
5.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van der Vliet en in het openbaar uitgesproken op
26 september 2025.
PMA