ECLI:NL:RBDHA:2025:19386

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 oktober 2025
Publicatiedatum
23 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/692765 / FA RK 25-7614
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, ingediend door de officier van justitie op 9 oktober 2025. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1990, die momenteel verblijft in een accommodatie voor geestelijke gezondheidszorg. De officier van justitie verzocht om voortzetting van de crisismaatregel die op 8 oktober 2025 was genomen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat er op dat moment geen sprake meer was van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de situatie van de betrokkene is gestabiliseerd en dat er geen psychotische symptomen meer waarneembaar zijn. De betrokkene heeft aangegeven dat hij geen redenen ziet om de crisismaatregel voort te zetten en zijn advocaat heeft gepleit voor afwijzing van het verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke vereisten voor het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel niet aanwezig zijn, en heeft het verzoek afgewezen. De beschikking is gegeven door rechter H.J.M. Bellekom, bijgestaan door griffier E.J. Balk, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/692765 / FA RK 25-7614
Datum beschikking: 13 oktober 2025

Afwijzing machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 09 oktober 2025 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [instelling] te [plaats] ,
advocaat: mr. A.G.P. de Boon te Zoetermeer.

Procesverloop

Bij verzoekschrift heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 8 oktober 2025 genomen crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Den Haag tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 8 oktober 2025 ondertekende medische verklaring van S. Kulcu, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij de behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 oktober 2025. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de arts, [naam] .
Omdat door de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht en het de rechtbank ter zitting is gebleken dat diens aanwezigheid ook niet noodzakelijk was om tot een inhoudelijke beslissing te kunnen komen, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft aangegeven dat hij in het verleden eerder op vrijwillige basis is opgenomen. Hij is erg geschrokken van wat er is gebeurd. Op zijn verjaardag is het uit de hand gelopen. Inmiddels gaat het weer beter met hem. Betrokkene ziet geen redenen om de crisismaatregel voort te zetten.
De advocaat pleit namens betrokkene voor afwijzing van het verzoek. Er is op dit moment geen sprake van een psychische stoornis.
De arts heeft naar voren gebracht dat de situatie van betrokkene is gestabiliseerd. Betrokkene is goed in samenwerking en er zijn geen psychotische symptomen meer waargenomen. Er is op dit moment geen sprake van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Het is belangrijk dat het nazorgtraject goed wordt vormgegeven.

Beoordeling

Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier van justitie een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen. De wettelijke vereisten voor het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel zijn, voor zover hier van belang, dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is, dat er een ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van betrokkene als gevolg van een psychische stoornis dit nadeel veroorzaakt en dat er geen mogelijkheden zijn voor zorgverlening in een vrijwillig kader.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er op dit moment geen sprake meer is van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Op de afdeling worden geen psychotische kenmerken waargenomen. Betrokkene staat goed in contact met zijn behandelaren. Gelet op voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de wettelijke basis voor toewijzing van het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel niet aanwezig is. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.J.M. Bellekom, rechter, bijgestaan door E.J. Balk als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 oktober 2025.