ECLI:NL:RBDHA:2025:1940
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 februari 2025 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, een man van Iraakse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Minister van Asiel en Migratie op 10 januari 2025 afgewezen, met het argument dat deze kennelijk ongegrond was. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 4 februari 2025, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. T. Bruinsma, en de minister werd vertegenwoordigd door mr. P. Loijnga.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er inmiddels op het beroep is beslist, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening is komen te vervallen. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, in aanwezigheid van griffier mr. F. Aissa, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.