Op 8 oktober 2025 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, die de ondertoezichtstelling voor een jaar wil verlengen. De kinderrechter heeft de ouders, de moeder en de vader, gehoord tijdens een zitting met gesloten deuren. De moeder stemt in met de verlenging, maar heeft zorgen geuit over de aandacht voor de grootmoeder vaderszijde en de medische zorgen van de kinderen. De vader daarentegen stemt niet in met de verlenging en heeft twijfels over de effectiviteit van de jeugdbescherming.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de kinderen ernstig bedreigd wordt en dat zij extra ondersteuning nodig hebben. De kinderrechter heeft de noodzaak van therapie en gesprekken met de grootmoeder benadrukt, evenals de aandacht voor de diabetes van de kinderen. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 14 oktober 2026 en deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De beslissing is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 21 oktober 2025.