ECLI:NL:RBDHA:2025:19461

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 oktober 2025
Publicatiedatum
23 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.28745
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielberoep wegens tijdsoverschrijding

In deze zaak heeft eiser op 12 maart 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft op 7 maart 2025 op deze aanvraag beslist en deze buiten behandeling gesteld. Eiser heeft de minister op 13 juni 2025 in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag en heeft op 30 juni 2025 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting beoordeeld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister op het moment van in gebreke stellen en het indienen van het beroep al een besluit op de aanvraag had genomen. Hierdoor was de minister niet in gebreke en was het beroep van eiser niet ontvankelijk. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk ongegrond is en heeft de minister niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Eiser heeft de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak, binnen 6 weken na de bekendmaking van de uitspraak. Dit verzetschrift kan vergezeld gaan van een verzoek om een zitting waarin het verzetschrift kan worden toegelicht, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.28745

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek)
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1. Eiser heeft op 12 maart 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend.
1.1
Bij brief van 13 juni 2025 heeft eiser de minister in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 30 juni 2025 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
1.2
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. De minister heeft bij besluit van 7 maart 2025 op de aanvraag van eiser beslist en deze buiten behandeling gesteld. Eiser heeft daarna de minister in gebreke gesteld en onderhavig beroep niet tijdig beslissen ingediend op 30 juni 2025.
3. De rechtbank stelt vast dat de minister op het moment van in gebreke stellen en het indienen van het beroep al een besluit op de aanvraag had genomen en derhalve niet in gebreke was om op tijd een besluit te nemen.
4. Het beroep is niet ontvankelijk en kennelijk ongegrond.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is niet-ontvankelijk. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van
A.W. Landman, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).