Op 13 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak, waarin verzoekers, vertegenwoordigd door mr. D. de Vries, de minister van Asiel en Migratie hebben aangeklaagd. De rechtbank heeft beslist over het verzoek van de verzoekers om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten. De verzoekers hebben tevens om vrijstelling van het griffierecht gevraagd, wat door de rechtbank is toegewezen. Dit betekent dat de verzoekers geen griffierecht hoeven te betalen. De rechtbank heeft het verzoek als kennelijk gegrond toegewezen en heeft uitspraak gedaan zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister aan de verzoekers tegemoet is gekomen door een beslissing te nemen op hun aanvraag van 20 februari 2023, wat heeft geleid tot de veroordeling van de minister in de proceskosten. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 453,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.