AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Afwijzing asielaanvraag van Sri Lankaanse eiser wegens kennelijk ongegrond verklaarde verklaringen en risico bij terugkeer
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag wordt het beroep van een Sri Lankaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag behandeld. Eiser, die Tamil is, heeft op 10 november 2020 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke op 26 november 2020 als kennelijk ongegrond is afgewezen. Eiser heeft in beroep gesteld dat verweerder zijn verklaringen over detentie in Sri Lanka niet geloofwaardig heeft mogen vinden. De rechtbank heeft op 12 oktober 2022 het eerdere besluit van verweerder gegrond verklaard, maar verweerder heeft op 5 augustus 2025 opnieuw de aanvraag afgewezen. Tijdens de zitting op 23 september 2025 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat eiser geen reëel risico loopt op vervolging bij terugkeer naar Sri Lanka. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag als kennelijk ongegrond terecht is, omdat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims en zijn verklaringen inconsistent zijn. De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en verklaart het beroep ongegrond.
Voetnoten
2.Liberation Tigers of Tamil Eelam.
3.Eelam People’s Democratic Party.
4.Eiser voldoet daarmee niet aan de voorwaarde van artikel 31, zesde lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
5.Eiser voldoet daarmee niet aan de voorwaarde van artikel 31, zesde lid, aanhef en onder c, van de Vw.
6.Op grond van het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen.
7.Op grond van artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
8.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c van de Vw.
9.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder d van de Vw.
10.Verslag van het nader gehoor van 20 november 2020, p. 19-20 en p. 4.
11.Zienswijze van 4 juni 2025, p. 3.
12.Zie bijvoorbeeld p. 5, 20, 29 en 30 van het verlag van het nader gehoor van 21 november 2020.
13.Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 13 juli 2022, nummer WBV 2022/18, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000.
14.Dit betekent dat de verweerder de feiten en omstandigheden toetst zoals die gelden om het moment waarop op de aanvraag wordt beslist.
15.Op basis van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c en d van de Vw.
16.Verslag van het eerste gehoor van 17 november 2020, p. 10.
17.Idem, p. 10.
18.NL25.21914.