Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[eiser] te [woonplaats] ,
MINI VAPEte Haarlem,
1.De procedure
2.De feiten
4.1 Het tot stand brengen van een limitatieve lijst met smaakbepalende additieven
3.Het geschil
4.De beoordeling
Fernand Ullens de Schooten, ECLI:EU:C:2016:874), in samenhang met het arrest van dit hof van 19 januari 2017 (
Queisser Pharma, ECLI:EU:C:2017:26). De Staat bepleit dat het in deze zaak een zuiver interne situatie betreft, omdat eisers allen Nederlandse (rechts)personen betreffen, en [eiser] c.s. geen enkel concreet element heeft aangedragen waaruit blijkt dat in dit geval sprake is van een grensoverschrijdend element.
Mickelsson en Roos)). Nu het smaakverbod met zich brengt dat alleen de goedgekeurde ingrediënten mogen worden gebruikt om (ten behoeve van de Nederlandse markt) e-sigaretten en vloeistoffen te vervaardigen, is onvoldoende weersproken dat het gebruik van alle andere door Millers Juice in het verleden geïmporteerde ingrediënten op significante wijze is beperkt. Daarmee is ook in het geval van Millers Juice het grensoverschrijdend element gegeven.
vapes) van oktober 2023 op grond van een omvangrijke literatuurstudie onder meer dat de gezondheidsrisico’s van e-sigarettengebruik op lange termijn nog niet in volle omvang duidelijk zijn, maar dat wel bekend is dat e-sigaretten schadelijke producten zijn door de giftige stoffen en de (hoge) nicotineconcentraties in de vloeistof. In recente wetenschappelijke onderzoeken die door de Staat in het geding zijn gebracht, wordt verder onder meer geconcludeerd tot een verhoogd risico op COPD, cardiovasculaire ziekten en beroerten bij het gebruik van e-sigaretten [2] . De gezondheidsrisico’s beperken zich niet tot nicotinehoudende vloeistoffen, maar gelden ook voor niet-nicotinehoudende vloeistoffen [3] . Dat [eiser] c.s. op zijn beurt weer heeft verwezen naar bijdragen van andere wetenschappers die de methodologie van enkele van de door de Staat aangedragen onderzoeken in twijfel trekken, doet er niet aan af dat er steeds meer bewijs voorhanden is dat e-sigaretten schadelijk zijn voor de (volks)gezondheid.
The industry has accelerated the introduction and marketing of flavoured products across regions in recent years. Research confirms that flavour is a primary reason why youth try e-cigarettes and other nicotine and tobacco products”. Daarbij komt dat in het rapport van de Scientific Committee on Health, Environmental and Emerging Risks van de Europese Commissie genaamd
Opinion on electronic cigarettesvan 16 april 2021 onder meer valt te lezen: “
Regarding flavours, consistent evidence was found that flavours attract both youth and adults to use electronic cigarettes. Flavours decrease harm perceptions and increase willingness to try and initiate use of electronic cigarettes. Adolescents consider flavour the most important attribute in these products and were more likely to initiate using through flavoured cigarettes[…]”. De conclusie van ander recent onderzoek [5] luidt: “
Results indicate potential for flavor restrictions to reduce use of e-cigarettes among adolescents and young adults and suggest that a tobacco flavor product standard may result in the greatest discontinuation of use”.
vapenaantrekkelijker maakt, zeker voor jongeren. De aantrekkelijkheid van de (veelal zoete) smaakjes voor jongeren – de Staat doelt daarmee op personen onder 25 jaar – staat daarmee voldoende vast.
vapen. Daarmee voldoet het smaakverbod ook aan het geschiktheidsvereiste. Anders dan [eiser] c.s. lijkt te betogen, is de Staat niet gehouden om (nader) empirisch bewijs aan te dragen waaruit volgt dat door de invoering van het smaakverbod jongeren ook daadwerkelijk minder e-sigaretten gaan gebruiken.
a tobacco flavor product standard may result in the greatest discontinuation of use,zijn de noodzaak en de geschiktheid van het smaakverbod voldoende aangetoond. De Staat hoeft dan ook niet aan te tonen dat, zoals hij onder verwijzing naar wetenschappelijk onderzoek stelt en [eiser] c.s. uitvoerig betwist, de e-sigaret voor jeugdigen een opstapproduct naar de reguliere sigaret is. De stellingnamen van partijen op dit punt behoeven dan ook geen bespreking.
Global Starnet); HvJEU 7 september 2022, ECLI:EU:C:2022:638, rov. 56).
€ 178(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)