ECLI:NL:RBDHA:2025:19702

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 oktober 2025
Publicatiedatum
28 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/688819 / FA RK 25-5505
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgregeling in het kader van gezamenlijk gezag na verhuizing van de moeder

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de zorgregeling tussen de ouders van vier minderjarige kinderen. De vader heeft verzocht om de zorgregeling te wijzigen, omdat de moeder recentelijk is verhuisd van [plaats 1] naar [plaats 2], wat volgens hem de bereikbaarheid voor het ophalen van de kinderen bemoeilijkt. De vader verzocht om de ophaaltijd te vervroegen van 16:00 uur naar 14:45 uur en om de moeder ook verantwoordelijk te maken voor het halen en brengen van de kinderen. De moeder heeft verweer gevoerd en betwist dat er sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 16 september 2025, waarbij de vader niet aanwezig was, en heeft op basis van de ingediende stukken en het verweer van de moeder besloten dat de verzoeken van de vader worden afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de verhuizing van de moeder niet leidt tot een wijziging van de zorgregeling, omdat de kinderen op het gevraagde tijdstip nog op school zijn. De rechtbank benadrukte ook dat de problemen voornamelijk voortkomen uit slechte communicatie tussen de ouders. De rechtbank heeft de verzoeken van de vader afgewezen en de ouders aangespoord om beter te communiceren over de zorg voor hun kinderen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 25-5505
Zaaknummer: C/09/688819
Datum beschikking: 28 oktober 2025

Gezagsuitoefening

Beschikking op het op 21 juli 2025 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M. de Bluts te Zoetermeer.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. R.W. van den Hoek te Leiden.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift;
  • een brief van 16 september 2025, met bijlage, van de vader.
De minderjarigen [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] hebben zich in raadkamer uitgelaten over het verzoek.
Op 16 september 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn
verschenen: de advocaat van de vader, de moeder met haar advocaat en vergezeld van T. Buyukasik, tolk Syrisch/Arabisch. Namens de Raad voor de Kinderbescherming was [naam] aanwezig. De vader is, zonder voorafgaand bericht aan de rechtbank, niet op de zitting verschenen wegens tijdelijk verblijf in Syrië.

Verzoek en verweer

De vader heeft in het kader van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BW) verzocht de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken van ieder der ouders - naar de rechtbank begrijpt - als volgt te wijzigen:
- de kinderen verblijven een keer in de twee weken van vrijdag 14.45 uur (in plaats van 16.00 uur) tot zondag 17:00 uur bij vader. Vader zal de kinderen ophalen om 14.45 uur bij de woning van de moeder, waarbij hij een keer aanbelt en vervolgens buiten wacht totdat de kinderen naar beneden komen. Het halen en brengen dient door de ouders te worden gedeeld,
en de vader verzoekt verder:
  • oplegging van een dwangsom van € 100,-- per keer als de vader meer dan 15 minuten op de kinderen moet wachten bij het halen.
  • oplegging van een dwangsom van € 100,-- per keer dat de moeder de belcontacten niet nakomt,
  • te bepalen dat de moeder ieder jaar vóór 15 januari van dat jaar de schoolvakanties van de kinderen aan vader zal doorgeven, waarna de vader de jaarplanning kan opstellen en deze aan de moeder kan sturen. De moeder kan daar kan binnen twee weken op reageren, bij gebreke waarvan de planning als geaccepteerd geldt.
  • te bepalen dat de moeder de vader tijdig dient te informeren over de vrije schooldagen van de kinderen,
een en ander met instandhouding van het overig in de beschikking van 3 november 2023 vastgelegde met betrekking tot de zorgregeling en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
De moeder heeft verweer gevoerd, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Feiten

  • Partijen zijn gehuwd geweest van 10 april 2003 tot 20 mei 2021.
  • Zij zijn de ouders van de volgende thans nog minderjarige kinderen:
o [de minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 1] 2007 te [geboorteplaats 1] , [geboorteland] ,
o [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2012 te [geboorteplaats 1] , [geboorteland] ,
o [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2015 te [geboorteplaats 2] , [geboorteland] ,
o [de minderjarige 4] , geboren op [geboortedatum 4] 2020 te [geboorteplaats 3] ,
  • Partijen oefenen het gezamenlijk gezag uit over de kinderen.
  • Volgens de uittreksels uit de basisregistratie personen hebben de ouders in ieder geval de Nederlandse nationaliteit.
  • De ouders zijn in het ouderschapsplan – voor zover hier aan de orde – overeengekomen dat:
o de kinderen hun hoofdverblijfplaats bij de moeder hebben.
o de kinderen een weekend in de twee weken van vrijdag eind van de middag tot zondagmiddag omgang zullen hebben met de vader. De vader haalt en brengt de kinderen.
o de omgang met het jongste kind niet onder de regeling valt.
  • Bij de beschikking van 19 april 2021 van deze rechtbank zijn de in het convenant overeengekomen afspraken in de beschikking opgenomen.
  • Bij beschikking van 3 november 2023 van deze rechtbank is bepaald – met wijziging in zoverre van de beschikking van deze rechtbank van 19 april 2021 met daarin opgenomen en aangehechte ouderschapsplan –:
o de in het ouderschapsplan overeengekomen zorgregeling ook geldt voor [de minderjarige 4] ;
o de kinderen een keer in de twee weken van vrijdag 16.00 uur tot zondag 17.00 uur bij de vader verblijven. De vader zal de kinderen op vrijdag om 16.00 uur ophalen bij de woning van de moeder, waarbij hij een keer aanbelt en vervolgens buiten wacht totdat de kinderen naar beneden komen. Op zondag zal de vader de kinderen om 17.00 uur terugbrengen naar de woning van de moeder;
o de kinderen de helft van de schoolvakanties bij de vader verblijven. De vader zal de moeder ieder half jaar een planning geven waarin die dagen en tijdstippen van het halen en brengen worden vastgelegd;
o de kinderen tijdens het Suikerfeest bij de vader verblijven. Als het Suikerfeest op een schooldag valt dan zijn de kinderen alleen op de vrije schooldag bij de vader. Als aansluitend op de vrije schooldag het weekend volgt, dan verblijven de kinderen het weekend ook bij de vader;
o de kinderen tijdens het Offerfeest bij de moeder verblijven;
o de vader iedere woensdag om 19.00 uur en op de zondag, dat de kinderen niet bij hem verblijven, om 17.00 uur naar het mobiele nummer dat de moeder aan hem zal geven, zodat hij met de dan aanwezige kinderen kan spreken.
o de moeder de vader zal informeren en raadplegen over belangrijke beslissingen en aangelegenheden die de kinderen betreffen;

Beoordeling

In artikel 1:253a Burgerlijk Wetboek (BW) is bepaald dat de ouders in geval van gezamenlijke gezagsuitoefening hun geschillen hieromtrent op verzoek van de ouders of een van hen aan de rechtbank kunnen voorleggen. De rechtbank neemt een zodanige beslissing als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt. Artikel 1:377e BW is van overeenkomstige toepassing. Dit betekent dat een vastgestelde zorgregeling kan worden gewijzigd indien er nadien sprake is van een wijziging van omstandigheden of de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.
De vader heeft aangevoerd dat de moeder is verhuisd van [plaats 1] naar [plaats 2] . Hoewel dit geografisch gezien niet verder van de woonplaats van de vader is gelegen, is de huidige woning van de moeder door verkeersdrukte moeilijker bereikbaar voor de vader. Nu dit een gewijzigde omstandigheid betreft, kan de vader worden ontvangen in zijn verzoek.
De vader heeft ter onderbouwing van zijn verzoek het volgende naar voren gebracht.
Van de vader kan niet meer worden gevergd dat hij elke twee weken de kinderen in [plaats 2] moet ophalen op de vrijdagmiddag om 16:00 uur en hen ook weer moet terugbrengen op de zondagmiddag. De moeder zou daarin ook haar aandeel moeten nemen. De moeder is zonder toestemming en overleg met de vader van [plaats 1] naar het centrum van [plaats 2] verhuisd, wat praktisch voor de vader moeilijk bereikbaar is vanwege de verkeerschaos in en rondom het centrum van [plaats 2] . De vader wenst het haaltijdstip op vrijdagmiddag 16:00 uur daarom te vervroegen naar 14:45 uur. Hij wenst verder dat de moeder ook haar aandeel neemt in het halen en brengen. Zij werkt en beschikt over mogelijkheden om de kinderen te halen en te brengen.
Omdat de moeder er vrijwel nooit voor zorgdraagt dat de kinderen gereed staan op het tijdstip dat de vader hen ophaalt, wenst de vader dat de moeder een dwangsom verschuldigd wordt als hij meer dan 15 minuten op de kinderen moet wachten bij het halen.
Verder merkt de vader op dat is vastgelegd dat de kinderen de helft van de schoolvakanties bij de vader verblijven, waarbij de vader de moeder ieder half jaar een planning zal geven waarin die dagen en tijdstippen van het halen en brengen worden vastgelegd. De vader probeert telkens afspraken met de moeder te maken maar de moeder werkt daar niet volledig aan mee. De vader ontvangt niet de belangrijk informatie over de schoolvakanties en constateert dat de moeder nog altijd niet met hem wil communiceren. Om daar meer duidelijkheid over te krijgen wenst de vader dat hij met de moeder per email kan communiceren, zodat de moeder haar emailadres aan de vader dient te verstrekken. Ook wenst hij dat de moeder ieder jaar vóór 15 januari van dat jaar de schoolvakanties van de kinderen aan hem doorgeeft, waarna de vader de jaarplanning kan opstellen en deze aan de moeder kan sturen. De moeder kan daar kan binnen twee weken op reageren, bij gebreke waarvan de planning als geaccepteerd geldt. Daarin kan de vader tevens de reguliere omgang alsmede de islamitische feestdagen opnemen, zodat ieder jaar de gehele zorg vast staat. Verder dient de moeder de vader tijdig te informeren over de vrije schooldagen van de kinderen. Dat heeft zij tot op heden nagelaten.
De vader belt iedere woensdag om 19:00 uur en op de zondag dat de kinderen niet bij hem verblijven om 17:00 uur naar het mobiele nummer van de moeder zodat hij met de dan aanwezige kinderen kan spreken. De moeder komt deze regeling niet na. De vader slaagt er zelden in om de moeder te spreken en ervaart dat de moeder geen rekening houdt met deze plicht die in het belang van de kinderen is opgesteld.
Verder merkt de vader op dat de moeder hem niet informeert en raadpleegt over
belangrijke beslissingen en aangelegenheden die de kinderen betreffen.
De moeder heeft verweer gevoerd. Primair stelt de moeder dat de vader niet ontvankelijk is in zijn verzoek nu er geen sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden die moet leiden tot wijziging van de zorgregeling. Voor zover de rechtbank de vader ontvangt in zijn verzoek brengt de moeder het volgende naar voren.
De moeder werkt fulltime en heeft geen auto. Zij is niet in staat de kinderen naar de vader te brengen of hen op te halen. De moeder betwist dat de kinderen niet klaar staan wanneer de vader hen komt halen, het is juist de vader die komt wanneer het hem uitkomt. De informatie over de vakanties, vrije schooldagen en feestdagen kan de vader zelf opzoeken. Deze zijn beschikbaar via de site van de school en de site van de Rijksoverheid. Met betrekking tot de telefoongesprekken heeft de moeder verklaard dat er een speciale telefoon is waar de vader de moeder en de kinderen op kan bereiken. Als de vader belt, spreekt hij vaak met [de minderjarige 4] , wat lastig gaat omdat [de minderjarige 4] autisme heeft. De gesprekken verlopen daarom moeizaam. De overige kinderen ervaren de gesprekken vaak als storend omdat de gesprekken veel te lang duren. Bovendien zijn de oudste kinderen in staat zelf te bepalen wanneer ze met hun vader willen spreken. Verder merkt de moeder op dat de vader het emailadres van de moeder al heeft. Zij ontvangt regelmatig emailberichten van hem. De moeder verzoekt verder de gevorderde dwangsommen af te wijzen.
De rechtbank overweegt als volgt.
De door de vader verzochte wijziging in de zorgregeling wordt afgewezen. Nog daargelaten of er sprake is van een zodanige wijziging van omstandigheden die rechtvaardigen dat de regeling wordt gewijzigd, is de door de vader verzochte wijziging niet mogelijk omdat de kinderen om 14.45 uur nog op school zitten. De moeder heeft op de zitting verklaard bereid te zijn met de vader te overleggen over een ander ophaaltijdstip. Zo kan de vader bijvoorbeeld de kinderen uit school halen. Omdat de vader niet op de zitting is verschenen, kon overleg hierover niet plaatsvinden en konden er geen afspraken worden gemaakt. De rechtbank ziet in wat door de vader naar voren is gebracht geen aanleiding om de afspraak met betrekking tot het halen en brengen van de kinderen te wijzigen. De wijziging van omstandigheden, namelijk de verhuizing van de moeder van Leiden naar Den Haag, is niet zodanig dat die moet leiden tot een andere haal/brengregeling. De moeder is weliswaar verhuisd, maar woont geografisch gezien dichter bij de vader. Het probleem zit in het tijdstip van ophalen van de kinderen in verband met verkeersdrukte.
Gebleken is dat de door de ouders ervaren problemen voornamelijk worden veroorzaakt door een slechte communicatie tussen hen. Dat de vader niet op de zitting is verschenen, is ook niet helpend. Het maken van afspraken is hierdoor niet mogelijk geweest. De rechtbank is van oordeel dat er een duidelijke beschikking ligt, waar beide ouders zich aan moeten houden. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om de gevorderde dwangsommen toe te wijzen.
De vader kan, zoals ook door moeder naar voren gebracht, de schoolvakanties en vrije dagen zelf opzoeken op de site van de school en de Rijksoverheid. De vader heeft gezag en kan ook van school de informatie over de kinderen krijgen die hij nodig acht. In het geval de vader er moeite mee heeft deze informatie te verkrijgen, kan hij zelf maatschappelijke ondersteuning aanvragen om hem hierbij te helpen. De moeder krijgt begeleiding van Senza Zorg. Zij heeft voorgesteld om de communicatie met de vader voortaan te laten verlopen via een Whatsappgroep waaraan ook een onafhankelijke derde deelneemt die toe kan zien op respectvolle communicatie tussen de ouders. De moeder zal dit bespreken met haar begeleider van Senza Zorg.
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

Beslissing

De rechtbank:
wijst de verzoeken af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. van der Vliet, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. P. Hillebrand als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 oktober 2025.