In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de zorgregeling tussen de ouders van vier minderjarige kinderen. De vader heeft verzocht om de zorgregeling te wijzigen, omdat de moeder recentelijk is verhuisd van [plaats 1] naar [plaats 2], wat volgens hem de bereikbaarheid voor het ophalen van de kinderen bemoeilijkt. De vader verzocht om de ophaaltijd te vervroegen van 16:00 uur naar 14:45 uur en om de moeder ook verantwoordelijk te maken voor het halen en brengen van de kinderen. De moeder heeft verweer gevoerd en betwist dat er sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 16 september 2025, waarbij de vader niet aanwezig was, en heeft op basis van de ingediende stukken en het verweer van de moeder besloten dat de verzoeken van de vader worden afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de verhuizing van de moeder niet leidt tot een wijziging van de zorgregeling, omdat de kinderen op het gevraagde tijdstip nog op school zijn. De rechtbank benadrukte ook dat de problemen voornamelijk voortkomen uit slechte communicatie tussen de ouders. De rechtbank heeft de verzoeken van de vader afgewezen en de ouders aangespoord om beter te communiceren over de zorg voor hun kinderen.