In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 23 januari 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag behandeld. Eiseres, die stelt de Somalische nationaliteit te hebben, heeft op 24 november 2024 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 10 december 2024 afgewezen, omdat de aanvraag als kennelijk ongegrond werd beschouwd. De rechtbank beoordeelt zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening van eiseres, die door haar gemachtigde, mr. B. Snoeij, werd ingediend.
Eiseres heeft een Keniaans paspoort overgelegd, maar verweerder heeft de identiteit en nationaliteit van eiseres niet geloofwaardig geacht. Eiseres heeft geen originele documenten overgelegd om haar Somalische identiteit te onderbouwen en verweerder heeft geconcludeerd dat het aan eiseres is om aan te tonen dat haar Keniaanse paspoort op frauduleuze wijze is verkregen. De rechtbank oordeelt dat eiseres onvoldoende inspanning heeft geleverd om dit aan te tonen en dat verweerder in redelijkheid tot de afwijzing van de asielaanvraag heeft kunnen komen.
De rechtbank wijst het beroep van eiseres ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.