ECLI:NL:RBDHA:2025:19808
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Eiser diende op 15 januari 2024 een asielaanvraag in, maar trok deze op 25 maart 2025 in. Eiser heeft verweerder op 7 december 2024 in gebreke gesteld, waarna hij op 1 januari 2025 in beroep ging wegens het niet tijdig beslissen. Verweerder heeft op 7 april 2025 aangegeven dat eiser vrijwillig naar Syrië is vertrokken en dat er geen openstaande aanvraag meer is. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser een vertrekverklaring heeft ondertekend, waarmee hij verklaarde Nederland vrijwillig te verlaten en zijn asielaanvraag in te trekken. Hierdoor heeft eiser geen procesbelang meer bij zijn beroep. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.E.J.M. Gielen, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Özçelik, griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.