ECLI:NL:RBDHA:2025:1983
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen last onder dwangsom vanwege drugshandel en overtreding van artikel 2:74 APV
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de last onder dwangsom die hem is opgelegd vanwege drugshandel. Eiser, die op 4 juli 2023 is aangehouden voor handel in harddrugs, betwist de rechtmatigheid van de opgelegde last. De burgemeester van Den Haag had op basis van een bestuurlijke rapportage en een proces-verbaal van de politie besloten om eiser een last onder dwangsom op te leggen, omdat hij zich binnen de gemeente Den Haag moest onthouden van gedragingen als bedoeld in artikel 2:74 van de Algemene plaatselijke verordening (APV). De rechtbank heeft op 13 februari 2025 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van eiser ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester aannemelijk heeft gemaakt dat eiser artikel 2:74 van de APV heeft overtreden, ondanks het feit dat er geen drugs bij eiser zelf zijn aangetroffen. De rechtbank concludeerde dat de last onder dwangsom proportioneel was en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het opleggen van de last onterecht maakten. Eiser kreeg geen vergoeding van zijn proceskosten en de rechtbank bevestigde de bevoegdheid van de burgemeester om handhavend op te treden.