ECLI:NL:RBDHA:2025:19908

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 oktober 2025
Publicatiedatum
30 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/692120 / FA RK 25-7252
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging na een verzoek tot verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 15 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 26 september 2025 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging ten aanzien van een betrokkene, geboren in 1959, die momenteel verblijft in een GGZ-instelling. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat zijn aanwezigheid niet noodzakelijk werd geacht voor de beslissing.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een bipolaire-I-stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor zijn geestelijke en lichamelijke gezondheid. Tijdens de behandeling is naar voren gekomen dat de betrokkene onvoldoende ziekte-inzicht heeft en zich verzet tegen behandeling en medicatie, vooral tijdens periodes van decompensatie. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg overwogen, waaronder het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid.

Na zorgvuldige afweging van de ingediende stukken en de medische verklaring, heeft de rechtbank geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De zorgmachtiging is verleend tot en met 15 april 2026, met als doel de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en te herstellen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/692120 / FA RK 25-7252
Datum beschikking: 15 oktober 2025

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum] 1959 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie GGZ Delfland, afdeling [afdeling] , te [plaats] ,
advocaat: mr. D.J. Ladrak te Warmond.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 26 september 2025, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 19 september 2025 ondertekende medische verklaring van S. al Rawi, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij de behandeling betrokken was;
- een blanco zorgkaart;
- een zorgplan van 19 september 2025;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 25 september 2025;
- een blanco uittreksel uit de justitiële documentatie van 2 september 2025;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 oktober 2025. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de arts, de heer [naam] .
Omdat door de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht en het de rechtbank ter zitting is gebleken dat diens aanwezigheid ook niet noodzakelijk was om tot een inhoudelijke beslissing te kunnen komen, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting naar voren gebracht dat hij dondermiddag met ontslag uit de instelling is gegaan. Inmiddels gebruikt hij andere medicatie en dat gaat goed. Betrokkene stemt in met het principe van de zorgmachtiging, maar heeft nadere toelichting gevraagd over enkele vormen van verplichte zorg. De advocaat geeft aan dat betrokkene geen bezwaar heeft tegen de voorgestelde vormen van zorg. Betrokkene wil zelf graag zorg ontvangen en hij is geschrokken van de door hem gemaakte schulden tijdens de ontregeling. De zorgmachtiging is nodig en verloopt volledig in samenwerking. Als het slecht met meneer gaat, is de vorm van verplichte zorg
“het beperken in het gebruik van communicatiemiddelen”noodzakelijk.
De arts heeft ter zitting naar voren gebracht dat vormen van verplichte zorg
“toedienen van voeding”en
“toedienen van vocht”niet voorzienbaar zijn. Indien de ontregeling van betrokkene zo ernstig is als bij binnenkomst van de recente opname, dan zijn de vormen van verplichte zorg
“insluiten”en
“uitoefenen van toezicht op betrokkene”noodzakelijk.

Beoordeling

Op 5 september 2025 is door de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 26 september 2025.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een bipolaire-I-stoornis.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige financiële schade;
- maatschappelijke teloorgang.
Betrokkene heeft door zijn manische toestandsbeeld onvoldoende ziekte-inzicht. Hierdoor handelt hij inadequaat met betrekking tot zijn lichamelijke gezondheid, waaronder het onjuist gebruik van de voorgeschreven brace na een rugletsel. Tijdens een manische decompensatie vertoont betrokkene ontremd gedrag in de vorm van overmatige geldbestedingen. Daarnaast kan hij tijdens een psychiatrische decompensatie agressief gedrag vertonen. Betrokkene weigert stemmingsstabilisatoren in te nemen
,omdat hij ervaart dat deze zijn stemming dempen.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er nog onvoldoende mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene verzet zich ten tijde van een decompensatie tegen de behandeling en medicatie. Hij heeft tijdens een decompensatie geen inzicht in de gevolgen van het staken van zijn medicatie. Om die reden is verplichte zorg nodig.
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedatum] 1959 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 april 2026.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C. van den Dries, rechter, bijgestaan door L. Batenburg als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 15 oktober 2025.