ECLI:NL:RBDHA:2025:19911

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 oktober 2025
Publicatiedatum
30 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/692127 / FA RK 25-7255
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging in het kader van verplichte zorg voor een betrokkene met een psychische stoornis

Op 15 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1995, die lijdt aan een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De officier van justitie had op 26 september 2025 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op 15 oktober 2025 werd betrokkene bijgestaan door zijn advocaat, mr. H. Gailjaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die leidt tot ernstig nadeel, waaronder agressief gedrag en gebrek aan ziekte-inzicht. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging, die onder andere maatregelen omvatte zoals het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het insluiten van betrokkene. De machtiging geldt tot en met 15 april 2026. De beschikking is gegeven door mr. J.C. van den Dries, rechter, en is vastgesteld op 23 oktober 2025.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/692127 / FA RK 25-7255
Datum beschikking: 15 oktober 2025

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie GGZ [accommodatie] , te [plaats] ,
advocaat: mr. H. Gailjaard te Den Haag.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 26 september 2025, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 24 september 2025 ondertekende medische verklaring van [naam 1] , psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij de behandeling betrokken was;
- een blanco zorgkaart;
- een zorgplan van 18 september 2025;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 25 september 2025;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 oktober 2025. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de afdelingsarts, mevrouw [naam 2] .
Omdat door de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht en het de rechtbank ter zitting is gebleken dat diens aanwezigheid ook niet noodzakelijk was om tot een inhoudelijke beslissing te kunnen komen, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting naar voren gebracht dat het aanzienlijk beter met hem gaat en dat hij zichzelf goed kan bezighouden. Hij begrijpt de aanleiding van de opname en ervaart sindsdien een duidelijke verbetering van zijn toestand. Bij terugkeer naar huis heeft betrokkene mogelijkheden om te werken bij PostNL of een asbestdetectiebedrijf. Betrokkene geeft aan zich zorgen te maken over het behoud van zijn huurwoning. Hij is bezorgd voor een huurschuld. Betrokkene onderhoudt goed contact met de behandelend arts en ervaart de aanpassing van zijn medicatie als positief. De advocaat heeft ter zitting naar voren gebracht moeite te hebben met de vorm van verplichte zorg “
insluiten”. Deze vorm van verplichte zorg is niet voorzienbaar, nu betrokkene aanzienlijk is opgeknapt en op de huidige afdeling niet meer is ingesloten. Betrokkene stemt in met de zorgmachtiging en staat achter de inname van zijn medicatie.
De afdelingsarts heeft ter zitting naar voren gebracht dat het goed is dat betrokkene zelf over zijn situatie heeft verteld. Bij binnenkomst was met betrokkene geen gesprek mogelijk, maar inmiddels verloopt de samenwerking goed en gaat de toediening van de medicatie naar wens. Vanmiddag vindt er een gesprek plaats met de ambulante behandelaar in het kader van naderend ontslag. Betrokkene heeft al eerder begeleiding gehad vanuit het FACT-team. De zorgmachtiging is met name van belang om terugval te voorkomen en om te waarborgen dat betrokkene goed wordt begeleid. Indien betrokkene stopt met medicatie, is er een risico op een terugval. De afdelingsarts acht de vorm van verplichte zorg,
“controleren op de aanwezigheid van gedrag beïnvloedende middelen” wenselijk, mede gelet op het verleden van drugsgebruik, waarvan tijdens deze opname geen sprake is geweest. Een ademtest wordt hiervoor voldoende geacht.

Beoordeling

Op 5 september 2025 is door de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 29 september 2025.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige materiële schade;
- ernstige financiële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Uit de stukken blijkt hoe het bij instabiliteit gaat. Betrokkene vertoont agressief en intimiderend gedrag naar behandelaren en familieleden, waaronder schreeuwen, het maken van dreigende gebaren en beledigingen. Ook heeft hij zijn huisraad uit het raam gegooid. Het ontbreekt betrokkene aan ziektebesef en -inzicht en hij bagatelliseert eerdere incidenten voorafgaand de opname. Hij gebruikt zijn medicatie vooral om sociaal wenselijk te handelen, met een reëel risico dat hij ermee stopt.. Vlak voor de opname is betrokkene op staande voet ontslagen. Hij heeft geen steun van zijn ouders en loopt het risico zijn huurwoning te verliezen. Tijdens de opname verbleef betrokkene aanvankelijk op de reguliere afdeling, maar vanwege fors dreigend gedrag werd hij tijdelijk overgeplaatst naar de ICU. Na stabilisatie werd hij teruggeplaatst op de reguliere afdeling.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er onvoldoende mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Ten tijde van een decompensatie verzet betrokkene zich namelijk tegen de medicatie. Het ontbreekt dan aan ziekte-inzicht en betrokkene ziet dan geen aanleiding om zijn medicatie in te nemen. Om die reden is verplichte zorg nodig.
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De advocaat heeft verweer gevoerd tegen vorm van verplichte zorg
“insluiten”. Uit hetgeen ter zitting is besproken en het dossier blijkt dat deze vorm van verplichte zorg noodzakelijk is om de veiligheid van betrokkene zelf te waarborgen wanneer het toestandsbeeld ernstig verslechtert. De rechtbank neemt deze vorm van zorg op als uiterste middel, dat uitsluitend wordt toegepast wanneer andere maatregelen onvoldoende zijn. Derhalve zal de rechtbank het verweer van de advocaat - voor zover dat ziet op deze vormen van verplichte zorg - passeren.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 april 2026.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C. van den Dries, rechter, bijgestaan door L. Batenburg als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 15 oktober 2025.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 oktober 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.