ECLI:NL:RBDHA:2025:19978

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 oktober 2025
Publicatiedatum
30 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.42323
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiseres behandeld die stelt dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op haar asielaanvraag van 6 januari 2025. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting beoordeeld. De rechtbank stelt vast dat de minister binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag moet beslissen. De beslistermijn begon op 4 maart 2025, toen Nederland verantwoordelijk werd voor de aanvraag, en zou verstrijken op 4 september 2025. Eiseres heeft op 19 augustus 2025 een ingebrekestelling ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat deze prematuur was, omdat de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep niet ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.42323

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. T. Bruinsma),
ook namens haar minderjarige kinderen:

[naam], geboren op [geboortedatum],[naam], geboren op [geboortedatum],

en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend omdat de minister niet op tijd zou hebben beslist op de asielaanvraag van 6 januari 2025.
1.1.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

Is het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond?
2. Het niet tijdig nemen van een besluit wordt voor de toepassing van bezwaar en beroep met een besluit gelijkgesteld. [2]
3. Een beroepschrift tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om tijdig te beslissen en twee weken zijn verstreken na ontvangst van een schriftelijke ingebrekestelling. [3]
4. De minister moet binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag beslissen. [4] De beslistermijn na een Dublin-claim vangt aan op de datum dat wordt vastgesteld dat Nederland verantwoordelijk is voor de behandeling van het verzoek. [5]
5. Eiseres heeft de aanvraag ingediend op 6 januari 2025. Bij brief van 26 maart 2025 heeft de minister eiseres medegedeeld dat zij in de nationale procedure opgenomen wordt. De rechtbank stelt vast dat Nederland op 4 maart 2025 verantwoordelijk is geworden voor de aanvraag, omdat de Franse autoriteiten niet binnen 14 dagen reageerden op de second opinion van 17 februari 2025. De beslistermijn van zes maanden is daar mee aangevangen op 4 maart 2025 en zou aanvankelijk verstrijken op 4 september 2025. Dat betekent dat de ingebrekestelling van 19 augustus 2025 prematuur is ingediend. Het beroep voldoet daarom niet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen. [6]

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is, gelet op het voorgaande, kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van
A.S. van der Veen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 6:2, aanhef en onder b, Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Artikel 6:12, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb).
4.Artikel 42, eerste lid, Vreemdelingenwet (Vw).
5.Artikel 42, zesde lid, Vreemdelingenwet (Vw).
6.Artikel 6:12, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb).