ECLI:NL:RBDHA:2025:20024

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 oktober 2025
Publicatiedatum
30 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/689783 / FA RK 25-6000
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om uitsluitend gebruik van de echtelijke woning in het kader van voorlopige voorzieningen bij echtscheiding

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 oktober 2025 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek om voorlopige voorzieningen bij een echtscheiding. De vrouw heeft op 15 augustus 2025 een echtscheidingsverzoek ingediend, en verzocht om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning. Tijdens de zitting op 22 september 2025 zijn beide partijen verschenen, waarbij de vrouw werd bijgestaan door haar advocaat, mr. W. Matadien, en een tolk. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken en de situatie besproken, waarbij naar voren kwam dat de partijen regelmatig conflicten hebben, maar nog steeds samen in dezelfde woning verblijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de huidige situatie niet ideaal is, maar niet zodanig dat de man per direct de woning moet verlaten. Er is afgesproken dat beide partijen voortaan ieder een eigen slaapkamer zullen hebben en dat de vrouw mag kiezen wie in welke kamer slaapt. De rechtbank heeft benadrukt dat respectvol omgaan met elkaar essentieel is tijdens de scheidingsprocedure. Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de vrouw om uitsluitend gebruik van de echtelijke woning afgewezen, omdat er onvoldoende belang was voor een dergelijke maatregel.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 25-6000
Zaaknummer: C/09/689783
Datum beschikking: 6 oktober 2025

Voorlopige voorzieningen

Beschikking op het op 7 augustus 2025 ingekomen verzoek van:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. W. Matadien te Amsterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift.
Op 22 september 2025 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vrouw bijgestaan door haar advocaat en een tolk (R. Ghanbari) en de man.

Feiten

  • Partijen zijn op [dag] 2018 in [plaats 1] (Turkije) met elkaar gehuwd.
  • Op 15 augustus 2025 is door de vrouw een echtscheidingsverzoek ingediend bij deze rechtbank, welke zaak is geregistreerd onder zaaknummers C/09/690168, FA RK 25-6182.

Verzoek en verweer

Het verzoek van de vrouw strekt ertoe dat zij gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning aan de [adres] ( [postcode] ) te [plaats 2]
en de daarin aanwezige inboedelgoederen, met het bevel aan de man dat hij deze
woning zo spoedig mogelijk, doch binnen twee weken na datum beschikking, dient te
verlaten en niet meer mag betreden, met machtiging van de vrouw om deze beschikking
zo nodig zelf ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De man heeft op de zitting mondeling verweer gevoerd, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Beoordeling

Op de zitting is met partijen besproken op welke manier zij op dit moment samen gebruik maken van de echtelijke woning en waar zij in dat verband tegenaan lopen. Hieruit is naar voren gekomen dat de huidige situatie – waarin partijen regelmatig een woordenwisseling/ruzie hebben over de kleinste dingen, maar wel nog samen in hetzelfde bed slapen en vaak samen eten – weliswaar niet ideaal is en vanzelfsprekend tot spanningen leidt, maar niet zodanig is dat de man, zoals de vrouw in deze voorlopige voorzieningenprocedure heeft verzocht, per direct de woning zou moeten verlaten. Hierbij speelt ook mee dat geen van partijen bij familie of kennissen terecht kan voor tijdelijke woonruimte. De woning heeft bovendien drie kamers, zodat het niet noodzakelijk is dat partijen samen in dezelfde kamer slapen.
Partijen hebben na een korte schorsing van de zitting, afspraken gemaakt over de wijze waarop zij – hangende de bodemprocedure – gezamenlijk gebruik zullen blijven maken van de woning. Partijen hebben afgesproken dat zij voortaan ieder een eigen slaapkamer in de woning zullen hebben en dat de vrouw mag kiezen wie van hen in welke kamer slaapt. Verder heeft de man op de zitting toegezegd zich te zullen onthouden van het uiten van beschuldigingen naar de vrouw. De rechtbank benadrukt dat van beide partijen kan worden gevergd dat zij respectvol met elkaar zullen omgaan en over en weer rekening met elkaar zullen houden, zodat het gezamenlijk verblijf in de echtelijke woning gedurende de scheidingsprocedure niet onnodig moeilijk voor de ander wordt gemaakt.
In het licht van het bovenstaande zal de rechtbank het verzoek van de vrouw ten aanzien van het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning bij gebrek aan voldoende belang afwijzen.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek van de vrouw af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. van der Vliet, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2025.