ECLI:NL:RBDHA:2025:20042

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 oktober 2025
Publicatiedatum
31 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/693232 / FA RK 25-7870
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 oktober 2025 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2007. De officier van justitie had op 20 oktober 2025 verzocht om de voortzetting van de crisismaatregel, die eerder op 18 oktober 2025 was genomen. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 23 oktober 2025 gehouden, waarbij de betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, en een psychiater zijn gehoord. De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, stellende dat de betrokkene openstaat voor vrijwillige behandeling en dat er voldoende vertrouwen is in een vrijwillig kader. De psychiater bevestigde dat de betrokkene bereid is om vrijwillig in de instelling te verblijven en dat er geen verzet is tegen de zorg.

De rechtbank heeft beoordeeld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, maar concludeerde dat de voortzetting van de crisismaatregel niet noodzakelijk is. De psychiater gaf aan dat er momenteel geen verzet is tegen de zorg en dat de behandeling in een vrijwillig kader kan plaatsvinden. De rechtbank oordeelde dat niet is voldaan aan de criteria voor voortzetting van de crisismaatregel en wees het verzoek af. De beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/693232 / FA RK 25-7870
Datum beschikking: 23 oktober 2025

Afwijzing machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 20 oktober 2025 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats] , [geboorteland] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [zorginstantie] te [plaats] ,
advocaat: mr. K. Moene te Den Haag.

Procesverloop

Bij verzoekschrift heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 18 oktober 2025 genomen crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de [gemeente] tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 18 oktober 2025 ondertekende medische verklaring van [naam 1] , psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij de behandeling betrokken was;
- een afschrift van de politiemutaties;
- een brief van de officier van justitie van 20 oktober 2025, waaruit blijkt dat betrokkene geen justitiële documentatie heeft.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 oktober 2025. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de psychiater, mevrouw [naam 2] .
Omdat door de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht en het de rechtbank ter zitting is gebleken dat diens aanwezigheid ook niet noodzakelijk was om tot een inhoudelijke beslissing te kunnen komen, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting naar voren gebracht dat het met betrokkene iets beter gaat. Zij ziet een verschil in het toestandsbeeld met het afgelopen weekend. Betrokkene heeft momenteel niet de neiging om zichzelf iets aan te doen. Betrokkene wil graag afspraken maken met haar behandelaren en staat open voor een vrijwillige behandeling.
De advocaat bepleit afwijzing van het verzoek op grond van de mogelijkheid tot een vrijwillig kader.
De psychiater heeft ter zitting aangegeven dat betrokkene bereid is om vrijwillig in de instelling te verblijven. Gelet op de behandelrelatie en het toestandsbeeld heeft dit de voorkeur. Er zal in het weekend geoefend worden met verlof. Betrokkene zal dan voor een aantal uren terugkeren naar het COA en bij haar moeder zijn, om vervolgens weer te verblijven op de afdeling. Er zal gekeken worden hoe dit verloopt en in hoeverre het verlof kan worden uitgebouwd. Er is bij de psychiater vertrouwen de behandeling voort te zetten in een vrijwillig kader en dit vertrouwen willen de behandelaren betrokkene ook geven.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten een post traumatische stressstoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
Uit wat ter zitting naar voren is gekomen is gebleken dat een voortzetting van de crisismaatregel niet noodzakelijk is. Immers, uit de verklaring van de psychiater volgt dat er nu geen sprake is van verzet tegen de gegeven zorg. De rechtbank stelt gelet hierop vast dat voldoende is gebleken dat op dit moment geen sprake is van enig verzet bij betrokkene, zodat de zorg in het vrijwillige kader kan worden gegeven.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat niet is voldaan aan de criteria voor een voortzetting van de crisismaatregel. Het verzoek wordt daarom afgewezen.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, bijgestaan door E.J. Balk als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 23 oktober 2025.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 30 oktober 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.