ECLI:NL:RBDHA:2025:20043

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 oktober 2025
Publicatiedatum
31 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/693238 / FA RK 25-7874
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voortzetting crisismaatregel wegens ontbreken van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel

Op 23 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel, ingediend door de officier van justitie op 20 oktober 2025. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1975, die momenteel verblijft in een zorginstantie. De officier van justitie verzocht om voortzetting van de crisismaatregel op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de betrokkene en zijn advocaat, mr. D. Poot, en een arts die de betrokkene had onderzocht.

De betrokkene heeft aangegeven geen doodswens meer te hebben en wil leven. Hij heeft recentelijk een suïcidepoging gedaan na het stoppen met cannabisgebruik. De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, omdat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel zou zijn. De arts bevestigde dat er op dat moment geen acute suïcidaliteit was en dat er geen diagnose was die een verplichte behandeling rechtvaardigde. De rechtbank concludeerde dat er op basis van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting geen sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en heeft het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen.

De rechtbank benadrukte dat de benodigde hulp en begeleiding op vrijwillige basis kan worden geboden, waardoor verplichte zorg niet noodzakelijk is. De beslissing werd genomen door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, met E.J. Balk als griffier, en is uitgesproken tijdens de openbare zitting op 23 oktober 2025. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 30 oktober 2025. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/693238 / FA RK 25-7874
Datum beschikking: 23 oktober 2025

Afwijzing machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 20 oktober 2025 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum] 1975 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [zorginstantie 1] te [plaats] ,
advocaat: mr. D. Poot te Leiden.

Procesverloop

Bij verzoekschrift heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 20 oktober 2025 genomen crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de [gemeente] tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 19 oktober 2025 ondertekende medische verklaring van [naam 1] , psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij de behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 oktober 2025. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. D. Prins, waarnemend voor zijn advocaat;
- de arts, de heer [naam 2] .
Omdat door de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht en het de rechtbank ter zitting is gebleken dat diens aanwezigheid ook niet noodzakelijk was om tot een inhoudelijke beslissing te kunnen komen, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting naar voren gebracht dat betrokkene geen doodswens meer heeft maar wil leven. Voortzetting van de crisismaatregel is niet nodig. Er is sprake geweest van “kortsluiting in zijn hoofd” na het stoppen van cannabisgebruik. Betrokkene woont op een woonboot en heeft veel meegemaakt. De afgelopen periode had hij teveel op zijn bordje en was hij ook te veel alleen. Dit leidde tot de suïcidepoging. Betrokkene wil stoppen met cannabisgebruik en roken en wil graag begeleiding bij het afkicken. Een verblijf op deze afdeling is vanwege het blowen hier daarvoor beslist niet de juiste omgeving. De advocaat bepleit afwijzing van het verzoek, op grond van het ontbreken van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel.
De arts heeft ter zitting aangegeven dat er geen sprake meer is van acute suïcidaliteit. Er was sprake van slaapdeprivatie en plotseling stoppen met cannabisgebruik, wat heeft geresulteerd in een impulsieve suïcidepoging. Op dit moment is er geen sprake van acuut gevaar en daarnaast is er geen diagnose waarbij een behandeling past. Echter, aangeraden wordt om te werken aan de verslaving bij [zorginstantie 2] . Wegens het ontbreken van acuut ernstig dreigend nadeel wordt de voortzetting van de crisismaatregel niet verzocht.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van een psychische stoornis, te weten een verhoogd risico op suïcidaliteit bij een vermoedelijke psychotische ontregeling. Naar het oordeel van de rechtbank is gelet op hetgeen ter zitting is besproken, gebleken dat uit deze stoornis op dit moment geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voortvloeit. De rechtbank zal het verzoek strekkende tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel daarom afwijzen.
Ten overvloede voegt de rechtbank hieraan toe dat de hulp en begeleiding die betrokkene behoeft vanwege het contact met betrokkene en zijn bereidheid tot samenwerking, op vrijwillige basis in het ambulante kader kan worden geboden, waardoor verplichte zorg nu ook niet noodzakelijk is.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, bijgestaan door E.J. Balk als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 23 oktober 2025.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 30 oktober 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.