ECLI:NL:RBDHA:2025:20068

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 oktober 2025
Publicatiedatum
31 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.37715
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

Op 29 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening heeft aangevraagd na het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigden mr. M.H. van der Linden en mr. G.J. Douma, was het niet eens met het besluit van de minister van 12 augustus 2025 en heeft beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 11 september 2025 is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, samen met een ander beroep (NL25.37714).

De voorzieningenrechter heeft in haar uitspraak van 29 oktober 2025 het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechter heeft toegelicht dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.37715

uitspraak van de voorzieningenrechter van 29 oktober 2025 in de zaak tussen

[verzoeker] , v-nummer: [nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. M.H. van der Linden),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. G.J. Douma).

Samenvatting

1. Deze uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening gaat over het niet in behandeling nemen van de asielaanvraag van verzoeker. Verzoeker is het hier niet mee eens. Hij verzoekt daarom om een voorlopige voorziening en voert daartoe een aantal gronden aan. Hij heeft daartegen ook beroep ingesteld.
1.1.
De voorzieningenrechter wijst in deze uitspraak het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Verzoeker heeft een aanvraag ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister heeft met het bestreden besluit van 12 augustus 2025 deze aanvraag niet in behandeling genomen. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
2.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de behandeling van het beroep NL25.37714, op 11 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.37714, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3.1.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Emaus, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N. Habibi, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.