ECLI:NL:RBDHA:2025:20068
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
Op 29 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening heeft aangevraagd na het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigden mr. M.H. van der Linden en mr. G.J. Douma, was het niet eens met het besluit van de minister van 12 augustus 2025 en heeft beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 11 september 2025 is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, samen met een ander beroep (NL25.37714).
De voorzieningenrechter heeft in haar uitspraak van 29 oktober 2025 het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechter heeft toegelicht dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.