Op 31 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de maatregel van bewaring die de minister van Asiel en Migratie aan eiser heeft opgelegd. Eiser, die in beroep ging tegen deze maatregel, voerde verschillende gronden aan om aan te tonen dat de bewaring onrechtmatig was. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de minister de maatregel terecht heeft opgelegd, omdat er voldoende zicht op uitzetting naar Marokko is en de terugkeer niet in strijd is met artikel 3 van het EVRM. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser, waaronder de vraag of de minister had moeten volstaan met een lichter middel, verworpen. Eiser had geen psychische problemen aangetoond die de inbewaringstelling onevenredig bezwarend zouden maken. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.