Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 16 september 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
de Sociale Verzekeringsbank (SVB), verweerder
Procesverloop
Totstandkoming van het bestreden besluit
19 december 2019 verzekerd is voor de Wlz. Volgens verweerder blijkt uit de situatie van eiser dat hij een sterke persoonlijke band met Nederland heeft. Zijn werkzaamheden voor het [organisatie 1] verricht eiser niet langer dan drie maanden uitsluitend buiten Nederland.
Evansvan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) blijkt namelijk dat de unitaire begrippen van het Socialezekerheidsrecht in lijn met internationaal gewoonterecht moeten worden uitgelegd. [1] Als inwoner en volksvertegenwoordiger van Nederland is het redelijk dat eiser onderworpen is aan de Nederlandse wetgeving, aangezien hij hier zijn mandaat heeft verworven als [organisatie 1] -lid. Bovendien geniet eiser in de lidstaten waar hij zijn werk verricht immuniteiten en privileges die gelijkwaardig zijn aan diplomatieke immuniteiten en privileges. Het Statuut heeft volgens verweerder geen exclusieve werking en Protocol nr. 7 betreffende voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie (hierna: het Protocol) regelt niets over de sociale zekerheid van [organisatie 1] -leden, maar alleen voor EU-ambtenaren, personeel dat is gelijkgesteld en rechters van het HvJ EU. [organisatie 1] -leden zijn niet gelijkgesteld aan EU-ambtenaren. Verweerder heeft voorts gemeend dat er geen sprake is van willekeur. Eiser heeft niet aangetoond dat in andere zaken anders is geoordeeld.
Beoordeling door de rechtbank
[naam] , heeft verweerder ter zitting verklaard te zullen onderzoeken of hier sprake is van een onjuist besluit. Ook als sprake zou zijn van een gelijke of voldoende vergelijkbare situatie, dan hoeft verweerder een incidentele foutieve beslissing niet te herhalen. Eiser kan aan zo’n fout geen rechten ontlenen.
Conclusie en gevolgen
BeslissingDe rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
mr. B. Wallage, leden, in aanwezigheid van mr.E.P.A. Stok, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 16 september 2025.