ECLI:NL:RBDHA:2025:2013
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening in asielzaak met toekenning proceskosten
Op 14 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de voorlopige voorziening is afgewezen. De zaak betreft een verzoeker van Eritrese nationaliteit die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de Minister van Asiel en Migratie niet in behandeling genomen, omdat Polen verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 7 februari 2025 behandeld, maar verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten. In de uitspraak van 14 februari 2025 is het beroep in de bodemzaak gegrond verklaard, maar zijn de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten. Hierdoor was de voorlopige voorziening niet meer nodig en is het verzoek afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft de minister wel veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die zijn vastgesteld op € 907,-. Dit bedrag is gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht en moet door de minister aan de rechtsbijstandverlener worden betaald, aangezien aan verzoeker een toevoeging is verleend. De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.