ECLI:NL:RBDHA:2025:20222

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
31 oktober 2025
Zaaknummer
09/154680-24
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het in bezit hebben, vervaardigen en verspreiden van kinderporno, diefstal en dwingen tot dulden

Op 4 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die gedurende meer dan 24 jaar in bezit was van, kinderporno vervaardigde en verspreidde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het bezitten, vervaardigen en verspreiden van kinderporno, diefstal van een string van een buurvrouw en het dwingen van een collega om bepaalde handelingen te dulden. De verdachte ontkende de vervaardiging van kinderporno, maar de rechtbank achtte de verklaring niet aannemelijk. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 36 maanden op, met tbs met voorwaarden, en verklaarde deze dadelijk uitvoerbaar. De verdachte werd licht verminderd toerekeningsvatbaar geacht. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de lange periode van delictpleging en de psychische toestand van de verdachte, die leed aan een hyperseksuele stoornis en een pedofiele stoornis. De rechtbank oordeelde dat behandeling noodzakelijk was en dat de veiligheid van anderen eiste dat tbs met voorwaarden werd opgelegd. De vordering van de benadeelde partij werd toegewezen tot € 3.000,- immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank gelastte de teruggave van in beslag genomen goederen die niet aan de strafbare feiten konden worden gerelateerd.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/154680-24
Datum uitspraak: 4 november 2025
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1963 te [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting [plaats] , locatie [locatie] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 19 mei 2025 en 11 augustus 2025 (beide pro forma) en 21 oktober 2025 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. H.E.G. van den Eijnden en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. O.P. Kuit naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich namens de verdachte op het standpunt gesteld dat de verdachte ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit vrij dient te worden gesproken van het vervaardigen van kinderporno. Verder heeft de raadsman vrijspraak bepleit van het tweede en derde gedachtestreepje van het onder 3 tenlastegelegde. Voor het overige heeft de raadsman gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in bijlage II opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
3.4.
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat niet kan worden bewezen dat de verdachte kinderpornografie heeft vervaardigd.
Uit het dossier volgt dat op verschillende in beslag genomen gegevensdragers uit de woning van de verdachte honderden gefotoshopte afbeeldingen zijn aangetroffen. De afbeeldingen kunnen worden gekwalificeerd als kinderpornografisch materiaal aangezien hierop steeds een kind zichtbaar is dat schijnbaar betrokken is bij een seksuele gedraging. Op het beeldmateriaal is ook de (penis van de) verdachte te zien. De verdachte ontkent niet dat hij dit beeldmateriaal in bezit heeft gehad en ook niet dat hij op deze afbeeldingen te zien is. Hij ontkent echter wel dat hij dit beeldmateriaal heeft vervaardigd. Volgens de verdachte heeft hij foto’s van zichzelf en/of van zijn penis, gedeeld in zogeheten groepsapps. Vervolgens zouden anderen, zonder dat hij het wist of daarop heeft aangestuurd, daar kinderpornografisch materiaal van hebben gemaakt.
De rechtbank acht deze verklaring van de verdachte niet aannemelijk. Uit het dossier maakt de rechtbank op dat de betreffende afbeeldingen zijn gemaakt in een periode voordat de verdachte deelnam aan de groepsapps waar hij op doelde. Dat blijkt allereerst uit de ‘create date’ van de afbeeldingen zelf. Uit de data van de afbeeldingen volgt dat deze tussen 2000 en 2010 zijn gemaakt. Ook de wijze waarop de afbeeldingen zijn gefotoshopt en de omstandigheid dat de gebruikte foto’s, gelet op bijvoorbeeld de kleding en haardracht die daarop te zien is, gedateerd zijn, duidt erop dat dit oudere afbeeldingen zijn. Tot slot zijn deze afbeeldingen gevonden op twee externe harddisks en verschillende dvd’s, en niet elders. Het gaat daarmee in ieder geval deels om verouderde vormen van het opslaan van gegevens.
De rechtbank neemt verder in aanmerking dat de verdachte tijdens zijn politieverhoor is geconfronteerd met deze foto’s en heeft verklaard een Duits programma te hebben gehad waarmee foto’s konden worden geknipt en geplakt. Hoewel de verdachte tijdens dat verhoor aangeeft zich niet te kunnen herinneren dat hij de aangetroffen gefotoshopte foto’s heeft gemaakt, sluit hij die mogelijkheid desgevraagd niet uit. Ook heeft hij toen niet naar voren gebracht dat anderen deze afbeeldingen hebben gemaakt zonder zijn medeweten.
Tot slot bevat het dossier geen enkel aanknopingspunt dat de verdachte gefotoshopt beeldmateriaal, waarin afbeeldingen van hemzelf zijn verwerkt, in een groepsapp van anderen heeft ontvangen. Daarmee komt de rechtbank tot de slotsom dat de verklaring van de verdachte niet aannemelijk is en zal zij bewezen verklaren dat de verdachte deze afbeeldingen zelf heeft vervaardigd.
Ten aanzien van feit 3
De rechtbank overweegt ten aanzien van de onder het tweede en derde gedachtestreepje ten laste gelegde gedragingen als volgt. Hoewel uit het dossier blijkt dat de verdachte onder meer in een bekertje op werk heeft geürineerd, bevat het dossier onvoldoende aanknopingspunten om buiten gerede twijfel vast te stellen dat hij zijn collega vervolgens ook uit dat bekertje heeft laten drinken. Hetzelfde geldt voor de gedragingen ten aanzien van het broodje.
Ten aanzien van de overige onder feit 3 ten laste gelegde gedragingen overweegt de rechtbank dat de heimelijke gedragingen van de verdachte een zeer grote inbreuk hebben gemaakt op de persoonlijke vrijheid van aangeefster waartegen zij zich niet heeft kunnen verzetten. Gelet op de aard en omstandigheden waaronder het handelen van de verdachte plaatsvond, is de aangeefster gedwongen geweest te dulden dat de verdachte zich onder meer achter haar aftrok alsook dat hij foto's en video’s van haar maakte en van die foto’s tenminste één foto dusdanig heeft bewerkt dat zij daarop naakt leek en die foto in appgroepen heeft gedeeld met anderen.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank is met betrekking tot de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten van oordeel dat deze feiten wettig en overtuigend zijn bewezen.
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1.
hij in de periode van 1 januari 2000 tot en met 15 mei 2024 in Nederland meermalen,
afbeeldingen, te weten foto’s en video’s, en gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten
- Externe harddisk Zilver, goednummer 816260
- Externe harddisk Starbox, goednummer 816261
- Externe harddisk Philips, goednummer 816264
- Externe harddisk Sitecom, goednummer 816265
- Telefoon HTC One X, goednummer 816267
- Digitale camera Medion, goednummer 816270
- Telefoon Samsung SM-G935F (S7 Edge), goednummer 816271
- Telefoon Samsung SM-S908B (S22 Ultra), goednummer 816272
- Laptop Samsung, goednummer 816274
- Telefoon HTC wit, goednummer 816278
- DVD’s (doos met 225 stuks), goednummer 816309
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien, althans die van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken (of schijnbaar is betrokken)
heeft verspreid en vervaardigd en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis en/of vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de vinger/hand, vaginaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de vinger/hand en/of mond/tong betasten van het geslachtsdeel en/of de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de vinger/hand aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de vinger/hand en/of voorwerp betasten van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of een ander lichaamsdeel door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en (waarna) door de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
en
het ejaculeren
dichtbijen/of op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij op 1 november 2023 te Leiderdorp een zwarte string, die aan [naam 1] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
hij in de periode van 11 juni 2022 tot en met 4 november 2023 in Nederland een ander, te weten zijn collega [naam 2] , door enige feitelijkheid
, te weten heimelijke gedragingen, gericht tegen die ander, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden,
te weten dat hij, verdachte,
- zich heimelijk aftrok wanneer hij achter die [naam 2] stond en
- heimelijk foto's en video's maakte van die [naam 2] en
eenfoto vervolgens bewerkte, zodat het leek alsof die [naam 2] naakt was en deze foto vervolgens verspreidde op een forum.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Ten aanzien van feit 1 geldt dat de wet gedurende de tenlastegelegde periode meermalen is gewijzigd. Hier heeft de rechtbank bij de kwalificatie van de strafbare feiten rekening mee gehouden.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan de verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met voorwaarden wordt opgelegd, met de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Tevens heeft de officier van justitie gevorderd de tbs met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren en om de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (hierna: gvm) als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) op te leggen.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht de verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 24 maanden en subsidiair voor de duur van 30 maanden. Verder heeft de raadsman primair bepleit dat de voorwaarden dienen te worden opgelegd in het kader van een voorwaardelijk strafdeel, waarbij de raadsman heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de gvm. Subsidiair heeft de raadsman gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het opleggen van de tbs met voorwaarden, waarbij de raadsman de rechtbank heeft verzocht om in dat geval geen gvm op te leggen.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezitten, verspreiden en vervaardigen van kinderporno gedurende een periode van ruim 24 jaar en heeft hier ook een gewoonte van gemaakt. De verdachte is binnen die periode obsessief met kinderporno bezig geweest en bij hem is een zeer grote hoeveelheid kinderporno aangetroffen. Een deel hiervan betreft beelden waarop zichtbaar is dat zeer jonge kinderen verregaande seksuele en soms ook gewelddadige handelingen moeten ondergaan. Bovendien bevat het grootste deel van de beelden kinderen die jonger zijn dan 12 jaar oud en is er een groot aantal beelden aangetroffen van penetratie en ander ernstig (seksueel) geweld tegen kinderen van 0 tot 7 jaar, waaronder baby’s en peuters. Het gaat om gruwelijke beelden, die de verdachte in grote aantallen en over een zeer lange periode heeft verzameld. De verdachte heeft bovendien in diverse chatgroepen kinderpornografische beelden met anderen gedeeld. Tot slot heeft de verdachte zelf kinderporno vervaardigd doormiddel van fotobewerking.
Bij de productie van kinderpornografische afbeeldingen en video’s worden kinderen op verregaande wijze seksueel misbruikt door volwassenen, die hen juist in bescherming horen te nemen. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen die het slachtoffer zijn van misbruik, hiervan jarenlang, zo niet hun verdere leven, de psychische en lichamelijke gevolgen ondervinden. Door zijn handelen heeft de verdachte deze ernstige vorm van kindermisbruik in stand gehouden en eraan bijgedragen dat er een markt blijft waarop beelden van seksueel kindermisbruik worden aangeboden. De rechtbank kent hieraan bij haar strafoplegging zwaarwegende betekenis toe.
De verdachte heeft zich hiernaast schuldig gemaakt aan diefstal van een string van zijn buurvrouw en het dwingen van zijn collega om te dulden dat hij zich achter haar aftrok en foto’s en video’s maakte. Daar komt bij dat hij een foto van deze collega dusdanig bewerkte dat zij naakt leek en deze heeft gedeeld met anderen. Hiermee heeft hij het vertrouwen van zijn buren en zijn collega ernstig beschadigd, terwijl zij in de veronderstelling waren dat zij een goede relatie hadden met de verdachte.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 2 mei 2025, waaruit volgt dat de verdachte niet eerder is vervolgd voor een strafbaar feit.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van de Pro Justitia-rapportage van 4 juni 2025 van de psycholoog drs. G.J.W. Pol, de Pro Justitia-rapportage van 10 juni 2025 van de psychiater dr. S.J. Roza, en de toelichting die de psychiater op de terechtzitting op haar conclusies en advies heeft gegeven.
Beide deskundigen komen in hun rapport tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van een hyperseksuele stoornis, een pedofiele stoornis en diverse parafiele interesses. Volgens de psycholoog is bovendien sprake van een beperkte neurocognitieve stoornis in de zin van lichte beperkingen in de cognitieve verwerkingssnelheid, het werkgeheugen, het ruimtelijk inzicht, de cognitieve flexibiliteit en het vermogen om te plannen. Zowel de psycholoog als de psychiater concluderen dat de verdachte ten tijde van het tenlastegelegde leed aan de vastgestelde stoornissen en dat deze de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte ten tijde van het tenlastegelegde hebben beïnvloed. Beiden adviseren het tenlastegelegde in licht verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
De psycholoog en de psychiater schatten beiden de kans op herhaling van non-contact zedendelicten in als matig en de kans op contact zedendelicten in als laag. Zij achten behandeling van de stoornissen van groot belang. In de rapportages wordt geadviseerd een langdurende ambulante behandeling als voorwaarde op te leggen, uitgevoerd door een forensisch-psychiatrische instelling. De deskundigen achten allebei het opleggen van voorwaarden in het kader van een (deels) voorwaardelijke straf afdoende om de recidivekans in te perken.
De psychiater heeft op de terechtzitting toegelicht hoe zij tot haar inschatting van het recidiverisico is gekomen, waarbij ook wetenschappelijke kennis omtrent de recidive van zedendelinquenten is meegenomen in de analyse. Zij acht mede van belang dat de verdachte een blanco strafblad heeft, hij boven de 60 jaar oud is en hij aangeeft niet te willen recidiveren.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 7 oktober 2025, alsook de toelichting daarop van reclasseringsmedewerktster [naam 3] op de terechtzitting. Hieruit volgt dat het recidiverisico wordt ingeschat als gemiddeld tot hoog. De reclassering adviseert positief over het opleggen van tbs met voorwaarden aangezien een langdurig en intensief traject noodzakelijk wordt geacht om het risico op herhaling te kunnen borgen. De reclassering heeft bovendien geadviseerd om de tbs met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren en om een gvm op te leggen. Op de terechtzitting heeft de reclasseringsmedewerkster verklaard tbs met voorwaarden passender te vinden dan bijzondere voorwaarden in het kader van een voorwaardelijk strafdeel, aangezien oplegging van tbs meer mogelijkheden biedt als de verdachte de voorwaarden zou overtreden.
Toerekeningsvatbaarheid
De rechtbank is van oordeel dat de rapportages van de psychiater en psycholoog deugdelijk zijn gemotiveerd en dat de overwegingen in de rapportages de conclusies kunnen dragen. De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen ten aanzien van de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte over en legt deze ten grondslag aan haar beslissing. Dit betekent dat de rechtbank vaststelt dat bij de verdachte tijdens het begaan van de feiten een ziekelijke stoornis van de geestvermogens aanwezig was en de feiten hem in licht verminderde mate kunnen worden toegerekend.
Tbs met voorwaarden
De rechtbank is van oordeel dat aan de wettelijke vereisten voor het opleggen van de door de reclassering geadviseerde tbs met voorwaarden is voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat bij de verdachte tijdens het begaan van de feiten sprake was van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens en dat op het door de verdachte onder 1 begane feit een misdrijf is waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld.
Op grond van hetgeen hiervoor door de reclassering is overwogen met betrekking tot het risico op recidive, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eist, dat aan de verdachte de maatregel van tbs met voorwaarden wordt opgelegd. De rechtbank wijkt hiermee af van het advies van de psycholoog en de psychiater. De rechtbank overweegt hieromtrent dat zij de tbs met voorwaarden passend acht. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de door de deskundigen gestelde diagnoses – hyperseksualiteit in combinatie met een pedofiele stoornis – reden tot zorg zijn. Daar komt bij dat er sprake is van een bijzonder lange pleegperiode. Behandeling is naar het oordeel van de rechtbank dan ook noodzakelijk. Indien de verdachte de voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel zou overtreden, zou de behandeling wegvallen. Dat scenario moet worden voorkomen. Door een tbs met voorwaarden op te leggen wordt de verdachte als hij de voorwaarden overtreedt – nog steeds behandeld, maar dan in een dwingender kader.
Aan de tbs met voorwaarden zullen de voorwaarden worden verbonden zoals geadviseerd in het reclasseringsrapport van 7 oktober 2025, welke voorwaarden hierna worden weergegeven in het dictum van dit vonnis. De verdachte heeft ter terechtzitting zich bereid en gemotiveerd verklaard tot naleven van de voorwaarden.
De rechtbank merkt op dat zij het bewezenverklaarde niet karakteriseert als een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, Sr. Dit volgt uit de rechtspraak van de Hoge Raad (HR 30 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:116). In het geval er tegen de verdachte dus een bevel tot verpleging van overheidswege zou worden afgegeven, is de duur van de terbeschikkingstelling gemaximeerd tot vier jaar.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Gelet op de ernst van het feit en de daaruit voortvloeiende noodzaak van behandeling van de verdachte, alsmede het gevaar voor recidive, zal de rechtbank op grond van artikel 38, zesde lid, Sr bepalen dat de tbs met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
Maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende is gemotiveerd dat het noodzakelijk is om een gvm na afloop van de tbs met voorwaarden op te leggen. De rechtbank ziet geen aanleiding om deze maatregel op te leggen.
De op te leggen straf
De rechtbank is van oordeel dat naast de opgelegde maatregel, gelet op de ernst van de feiten, niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt. De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Daarin is het uitgangspunt bij een gewoonte maken van het verspreiden van kinderporno, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee jaren en het uitgangspunt bij het gewoonte maken van het vervaardigen van kinderporno, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaren. In dit geval acht de rechtbank strafverhogend de lange periode waarin de verdachte zich obsessief heeft beziggehouden met kinderporno en de gruwelijkheid van een deel van de kinderporno die in het bezit van de verdachte is aangetroffen en door hem is verspreid. De rechtbank acht ook strafverhogend dat de verdachte kinderporno heeft vervaardigd. De rechtbank ziet echter geen reden om het uitgangspunt van het gewoonte maken van het vervaardigen van kinderporno (onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaren) onverkort toe te passen. De kinderporno waar het hier om gaat is gecreëerd door middel van bewerking van al bestaande afbeeldingen; er is geen sprake van het vervaardigen van kinderporno waarbij nog niet eerder bestaand beeldmateriaal van minderjarigen wordt gemaakt. De rechtbank weegt in het voordeel van de verdachte mee dat hij licht verminderd toerekeningsvatbaar is, alsook dat de verdachte vanaf de doorzoeking van zijn woning heeft meegewerkt aan het onderzoek en ter terechtzitting inzage heeft gegeven in zijn handelen en zijn beweegredenen daarvoor.
Conclusie
De rechtbank zal naast de dadelijk uitvoerbare tbs-maatregel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden opleggen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

[naam 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 3.000,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarnaast heeft zij verzocht aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, nu zij de gevorderde schadevergoeding billijk acht en de verdachte hier reeds mee heeft ingestemd in de slotovereenkomst van de mediation tussen de benadeelde partij en de verdachte.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de vordering van de benadeelde partij niet betwist.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Nu de verdediging de vordering benadeelde partij niet heeft betwist en de rechtbank de gevorderde schadevergoeding billijk acht, zal de rechtbank de vordering toewijzen tot een bedrag van € 3.000,-, bestaande uit immateriële schade.

8.De inbeslaggenomen voorwerpen

8.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de blijkens het beslagdossier nog in beslag genomen gegevensdragers, waarvan geen afstand is gedaan dan wel die nog niet zijn teruggegeven, te weten de Samsung tablet, de Medion tablet en de HTC telefoon, zullen worden teruggeven aan de verdachte.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ingestemd met de vordering van de officier van justitie.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de blijkens het beslagdossier in beslag genomen Samsung tablet (voorwerpnummer: 816266), de Medion tablet (voorwerpnummer: 816275) en de HTC telefoon (voorwerpnummer: 816277) nu niet is gebleken dat deze gegevensdragers aan de strafbare feiten kunnen worden gerelateerd.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen:
- 36f, 37a, 38, 38a, 240b, 284 en 310 van het Wetboek van Strafrecht;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
in de periode van 1 januari 2000 tot 1 oktober 2002
meermaals een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, verspreiden en in bezit hebben en hier een gewoonte van maken;
in de periode van 1 oktober 2002 tot 1 januari 2010
meermaals een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen en bezit hebben en hier een gewoonte van maken;
in de periode vanaf 1 januari 2010 tot 15 mei 2024
meermaals een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, en van het plegen van dit misdrijf een gewoonte maken;
ten aanzien van feit 2:
diefstal;
ten aanzien van feit 3:
een ander door een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te dulden;
verklaart de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
36 (ZESENDERTIG) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
Ten aanzien van feit 1:
gelast de terbeschikkingstelling van de verdachte;
stelt daarbij de navolgende voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde:
1. De veroordeelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
2. De veroordeelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
- De veroordeelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
- De verdachte laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien;
Dit is nodig om de identiteit van de veroordeelde vast te stellen;
- De veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- De veroordeelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn/haar gezicht herkenbaar is;
Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
- De veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken;
- De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- De veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- De veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de veroordeelde, als dat van belang is voor het toezicht;
3. Als de reclassering dat nodig vindt en de veroordeelde daarmee instemt, kan de veroordeelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de veroordeelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
4. De veroordeelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
5. De veroordeelde laat zich behandelen door de Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo snel mogelijk na uitspraak vonnis. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt.
De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
6. De veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
7. De veroordeelde gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
8. De veroordeelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat specifieke hierbij aanwezig zijn;
9. De veroordeelde onthoudt zich gedurende de proeftijd op welke wijze dan ook van:
- het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen;
- gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
- het aanwezig hebben of gebruiken van wisprogramma's op zijn digitale apparatuur;
Geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Het toezicht op de onder 9 vermelde voorwaarde kan bestaan uit controles door de reclassering van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers toebehorende aan of in gebruik zijnde bij de veroordeelde; de veroordeelde werkt daaraan mee tijdens een huisbezoek; deze controles mogen maximaal drie keer per jaar worden uitgevoerd en mogen – voor zover het gedrag bedoeld onder het tweede en derde gedachtestreepje van de onder 9 gestelde voorwaarde betreft – slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van digitale bestanden – (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan). Ten behoeve van deze controle mag een deskundige de reclassering technische ondersteuning bieden. De aanwezigheid van een opsporingsambtenaar tijdens de controle is toegestaan zolang deze niet de controle uitvoert.
beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden
dadelijk uitvoerbaaris, op grond van artikel 38, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht;
Ten aanzien van feit 3, de vordering van de benadeelde partij:
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 3.000,- en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 17 juli 2024 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 2] ;
Ten aanzien van feit 3, de schadevergoedingsmaatregel:
legt aan de verdachte hoofdelijk op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 3.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 17 juli 2024 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald
,ten behoeve van [naam 2] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 40 dagen. de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
de inbeslaggenomen goederen:
gelast de teruggave aan de veroordeelde van de blijkens het beslagdossier in beslag genomen Samsung tablet (voorwerpnummer: 816266), de Medion tablet (voorwerpnummer: 816275) en de HTC telefoon (voorwerpnummer: 816277).
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Rootring, voorzitter,
mr. S. Pereth, rechter,
mr. G.A. van Essen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. A. Copier en J. Timmer, griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 november 2025.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2000 tot en met 15 mei 2024 te Leiderdorp, althans in Nederland, meermalen,
afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s, en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten
- Externe harddisk Zilver, goednummer 816260
- Externe harddisk Starbox, goednummer 816261
- Externe harddisk Philips, goednummer 816264
- Externe harddisk Sitecom, goednummer 816265
- Telefoon HTC One X, goednummer 816267
- Digitale camera Medion, goednummer 816270
- Telefoon Samsung SM-G935F (S7 Edge), goednummer 816271
- Telefoon Samsung SM-S908B (S22 Ultra), goednummer 816272
- Laptop Samsung, goednummer 816274
- Telefoon HTC wit, goednummer 816278
- DVD’s (doos met 225 stuks), goednummer 816309
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien, althans die van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken (of schijnbaar is betrokken)
heeft verspreid en/of vervaardigd en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis en/of vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de penis en/of vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingen nrs. #01 t/m #12, in de toonmap, p. 99 t/m102 dossier #40, #42, in de toonmap, p. 112 dossier #44 tot en met #47, #50, in de toonmap, p. 113 t/m 115 dossier)
en/of
het met de penis en/of vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen en/of borsten en/of een ander lichaamsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen en/of een ander lichaamsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of een ander lichaamsdeel door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingen nrs. #13 t/m #21 in de toonmap, p. 103 t/m 105 in het dossier)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeeldingen nrs. #22 t/m #33 in de toonmap, p. 106 t/m 109 in het dossier #39, #41, #43 in de toonmap, p. 111 t/m 113 in het dossier, #48, #49 in de toonmap, p. 114 t/m 115 in het dossier)
en/of
het ejaculeren dicht bij en/of op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij op dat gezicht een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeeldingen #34 t/m #38 in de toonmap, p. 110 t/m 111 in het dossier)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij op of omstreeks 1 november 2023 te Leiderdorp een zwarte string, in elk geval
enig goed, dat/die geheel of ten dele aan I.C.Y.M. Kemper, in elk geval aan een
ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 juni 2022 tot en met
4 november 2023 te 's-Gravenhage en/of Leiderdorp, althans in Nederland, een
ander, te weten zijn collega [naam 2] , door geweld of enige andere feitelijkheid
en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die
ander, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden,
te weten door te dulden dat hij, verdachte,
- zich heimelijk aftrok wanneer hij achter die [naam 2] stond en/of
- heimelijk in de koffie en/of thee van die [naam 2] urineerde en/of ejaculeerde en/of
die [naam 2] dit liet opdrinken en/of
- heimelijk zijn (stijve) penis op een broodje legde en dit broodje vervolgens liet
opeten door die [naam 2] en/of
- heimelijk foto's en/of video's maakte van die [naam 2] en/of die foto's en/of video's
vervolgens bewerkte, zodat het leek alsof die [naam 2] naakt was en/of deze foto's
en/of video's vervolgens verspreidde op een forum;