ECLI:NL:RBDHA:2025:20255
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag wijziging verblijfsdoel naar verblijf als familie- of gezinslid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 3 november 2025, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie van 10 april 2025 behandeld. Eiseres, een Colombiaanse vrouw geboren in 1978, heeft een aanvraag ingediend om haar verblijfsdoel te wijzigen naar 'verblijf als familie- of gezinslid' bij haar minderjarige dochter. De minister heeft deze aanvraag afgewezen, met als argument dat het belang van de Nederlandse overheid zwaarder weegt dan het belang van eiseres en haar dochter om in Nederland te verblijven. Eiseres heeft hiertegen bezwaar aangetekend, maar het bezwaar is nog in behandeling.
De rechtbank oordeelt dat zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk zijn. Dit betekent dat de rechtbank deze zaken niet inhoudelijk zal beoordelen. De rechtbank stelt vast dat de minister heeft toegezegd dat eiseres het besluit op haar bezwaar in Nederland mag afwachten, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Eiseres heeft ook verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat de rechtbank toekent, omdat zij aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet in staat is om dit te betalen.
De rechtbank benadrukt dat het nu aan de minister is om het bezwaar van eiseres te behandelen. Pas na deze behandeling kan eiseres eventueel opnieuw in beroep gaan als zij het niet eens is met de uitkomst. De rechtbank doet geen uitspraak over de inhoudelijke gronden van het beroep, zoals het recht op familie- en gezinsleven of de tijdigheid van het besluit van de minister.