In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 3 november 2025, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid, maar de minister heeft niet tijdig beslist op deze aanvraag. De rechtbank heeft eerder de minister opgedragen om vóór 2 mei 2025 een beslissing te nemen, maar deze termijn is niet nageleefd. Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat door de rechtbank is toegewezen. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting beoordeeld en vastgesteld dat het beroep ontvankelijk en gegrond is. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen twee weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een beslissing te nemen op de aanvraag. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 200,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, in aanwezigheid van griffier A.S. van der Veen, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.