In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 oktober 2025 een beschikking gegeven in een voorlopige voorzieningenprocedure. De vrouw heeft verzocht om de minderjarige aan haar toe te vertrouwen en om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning te verkrijgen. De man, die de Afghaanse nationaliteit heeft, heeft ingestemd met het verzoek van de vrouw om de minderjarige aan haar toe te vertrouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw en de minderjarige de Nederlandse nationaliteit hebben en dat de man momenteel geen inkomen heeft. De rechtbank heeft de vrouw het gebruik van de echtelijke woning toegewezen, maar het verzoek om de man te verplichten de sleutels in te leveren en de woning niet te betreden, is afgewezen. Ook het verzoek om voorlopige kinderalimentatie is afgewezen, omdat de man geen draagkracht heeft. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.