ECLI:NL:RBDHA:2025:20379
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In de zaak met zaaknummer NL25.49945 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 oktober 2025 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd, maar wiens aanvraag niet in behandeling is genomen door de Minister van Asiel en Migratie. De minister heeft zich beroepen op de Dublinverordening, waarbij Luxemburg verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 28 oktober 2025 is de verzoeker niet verschenen, noch zijn gemachtigde. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in een eerdere uitspraak op dezelfde dag, in de zaak NL25.49944, al een beslissing genomen op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 31 oktober 2025 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.