ECLI:NL:RBDHA:2025:20468
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 4 november 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een asielaanvraag had ingediend, was het niet eens met de afwijzing van zijn aanvraag door de minister van Asiel en Migratie. De minister had op 26 september 2025 het verzoek van de verzoeker afgewezen als kennelijk ongegrond. In reactie hierop heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er inmiddels een uitspraak was gedaan op het beroep in een andere zaak (zaaknummer NL25.47988), waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft de beslissing zonder zitting genomen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing, conform artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).