Op 28 oktober 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een jeugdzorgzaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2013. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor de duur van zes maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige bij haar vader woont en dat er geen acute zorgen zijn over de thuissituatie. De vader heeft een nieuwe partner die helpt in de zorg voor de minderjarige, en de grootouders zijn ook betrokken bij de opvoeding. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 4 april 2026, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Daarnaast heeft de moeder een zelfstandig verzoek ingediend tot wijziging van de verdeling van zorg- en opvoedingstaken, waarbij zij een 50/50-zorgregeling wenst. De kinderrechter heeft besloten om de behandeling van dit verzoek aan te houden, zodat de vader en zijn advocaat de gelegenheid krijgen om op het verzoek te reageren. De kinderrechter heeft de zitting voor dit verzoek gepland op 25 november 2025. De beslissing is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 6 november 2025. Tegen deze beschikking staat hoger beroep open bij het gerechtshof Den Haag.