ECLI:NL:RBDHA:2025:20752
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Aanvraag reisdocument voor minderjarige geboren door middel van een draagmoederschapsconstructie
Op 6 november 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak over de aanvraag van een reisdocument voor een minderjarige, geboren uit een draagmoederschapsconstructie. Verzoekers, die beide de Nederlandse nationaliteit bezitten, hebben op 19 juli 2025 een aanvraag ingediend voor een paspoort voor hun kind, [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2025 in [geboorteplaats]. De minister van Buitenlandse Zaken heeft deze aanvraag op 4 september 2025 afgewezen, omdat [minderjarige 1] volgens de minister niet de Nederlandse nationaliteit heeft. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen en bepaald dat de minister een laissez-passer moet afgeven, zodat [minderjarige 1] naar [geboortedatum 2] kan reizen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was en dat de erkenning van de Colombiaanse geboorteakte in Nederland niet kan worden beoordeeld in deze procedure. De voorzieningenrechter benadrukte het belang van het gezinsleven van verzoekers en de noodzaak om [minderjarige 1] zo snel mogelijk mee te nemen naar [geboortedatum 2]. De minister werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan verzoekers.
De uitspraak is gedaan in het openbaar en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.