ECLI:NL:RBDHA:2025:20764

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
6 november 2025
Zaaknummer
NL25.29671
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van een Somalische vrouw met bedreigingen door Al Shabaab

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 4 november 2025, wordt de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres, een Somalische vrouw, behandeld. Eiseres heeft op 19 mei 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de minister op 2 juli 2025 als ongegrond is afgewezen. De minister heeft de afwijzing gebaseerd op de stelling dat de bedreigingen van Al Shabaab, die eiseres aanvoert, niet geloofwaardig zijn. Eiseres stelt dat zij door Al Shabaab is bedreigd omdat zij geen belasting kon betalen, wat leidde tot de moord op haar vader en de ontvoering van haar man. De rechtbank heeft de zaak op 13 oktober 2025 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister en een tolk. De rechtbank concludeert dat de minister niet ten onrechte heeft geoordeeld dat de verklaringen van eiseres inconsistent en ongeloofwaardig zijn. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand kan blijven, omdat niet is aangetoond dat eiseres bij terugkeer naar Somalië een reëel risico op ernstige schade loopt. De rechtbank wijst het beroep van eiseres af en verklaart de aanvraag ongegrond, zonder vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.29671
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], V-nummer: [V-nummer] , eiseres (gemachtigde: mr. P.E.J.M. Bartels),
en

de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. R. Bekker).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres. Eiseres is het hier niet mee eens. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing van de asielaanvraag.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand kan blijven. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Eiseres heeft op 19 mei 2023 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 2 juli 2025 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
2.1.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.2.
De rechtbank heeft het beroep op 13 oktober 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, K. Ali als tolk en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de rechtbank

Het asielrelaas
3. Eiseres stelt van Somalische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1985. Zij heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij eind 2022 door Al Shabaab is benaderd om zakat te betalen. Zij heeft dit geweigerd, omdat zij dit niet kon
betalen. Hierna is zij meerdere malen door Al Shabaab bedreigd. In januari 2023 is Al Shabaab haar woning binnengevallen, waarbij haar vader is vermoord en haar man is ontvoerd. Eiseres heeft kunnen ontsnappen en heeft vervolgens vier maanden ondergedoken gezeten.
Het bestreden besluit
4. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens de minister de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Eiseres is bedreigd door Al Shabaab omdat zij de belasting niet kon betalen. Haar vader is als gevolg hiervan vermoord en haar man is ontvoerd.
De minister stelt zich hierover op het standpunt dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig zijn, maar dat de gestelde problemen met Al Shabaab niet geloofwaardig zijn. De minister vindt de verklaringen van eiseres omtrent het betalen van zakat, het incident waarbij haar vader zou zijn vermoord en haar man zou zijn ontvoerd en de verklaringen omtrent haar ontsnapping niet aannemelijk. Daarnaast stelt de minister dat eiseres op een aantal onderdelen tegenstrijdig heeft verklaard. Het wel geloofwaardig geachte asielmotief en de overige verklaringen leiden volgens de minister niet tot vluchtelingschap of een reëel risico op ernstige schade. Eiseres valt namelijk niet onder een risicoprofiel, heeft de vrees op herbesnijdenis en discriminatie niet aannemelijk gemaakt en heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij vanwege het krijgen van een buitenechtelijk kind dusdanig ernstige beperkingen in haar bestaansmogelijkheden heeft ondervonden dat het onmogelijk was om op maatschappelijk en sociaal gebied te kunnen functioneren. De minister wijst daarom de asielaanvraag af als ongegrond.
Zienswijze
5. Eiseres heeft in de procedure niet tijdig een zienswijze ingediend. In beroep heeft zij aangevoerd dat haar ten onrechte niet alsnog de gelegenheid was geboden om een zienswijze in te dienen. Tijdens de behandeling ter zitting heeft de gemachtigde van eiseres desgevraagd toegelicht dat de rechtbank hier wat eiseres betreft geen juridische gevolgen aan hoeft te verbinden, omdat eiseres in beroep voldoende in de gelegenheid is gesteld om haar bezwaren tegen de besluitvorming alsnog kenbaar te maken en te onderbouwen. De rechtbank laat deze grond daarom verder onbesproken.

Referentiekader

6. Eiseres stelt zich verder op het standpunt dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met haar referentiekader. Zij heeft nooit op school gezeten en kan nauwelijks lezen en schrijven, dit blijkt ook uit het medisch advies. De minister heeft hier volgens eiseres ten onrechte niet kenbaar rekening mee gehouden bij de gehoren en de beoordeling van de geloofwaardigheid van haar relaas.
6.1.
De rechtbank stelt vast dat niet ter discussie staat dat eiseres, ook als laagopgeleide analfabete, consistent moet kunnen verklaren. Eiseres heeft niet concreet gemaakt waar in het gehoor of in de beoordeling de minister gelet op haar referentiekader een te hoge lat heeft gelegd aan haar verklaringen. Daarnaast heeft de gemachtigde van de minister toegelicht dat er in het gehoor rekening is gehouden met het referentiekader van eiseres doordat de vragen anders zijn geformuleerd, er geen moeilijke vragen zijn gesteld en er pauzes zijn aangeboden. De rechtbank kan de minister hierin volgen. Ook anderszins is niet gebleken dat de minister een te hoge lat heeft gelegd. Deze beroepsgrond slaagt daarom niet.
Problemen met Al Shabaab
Het betalen van zakat
7. De minister stelt zich op het standpunt dat de verklaringen van eiseres over hoeveel zakat zij zou moeten betalen, dat zij naar het telecombedrijf is geweest, dat zij pas in 2022 door Al Shabaab is benaderd en dat zij in [plaats] is benaderd niet aannemelijk, onlogisch en vreemd zijn. Eiseres is het niet eens met de minister. Zij stelt dat zij wist dat zij zich de zakat niet kon veroorloven omdat zij net niet of net wel kon rondkomen. Zij kon hoe dan ook geen zakat betalen. Voor zover de minister tegenwerpt dat zij niet naar de hoogte van de zakat heet gevraagd, merkt eiseres op dat zij in paniek was toen Al Shabaab belde. De minister stelt daarom ten onrechte dat het niet aannemelijk is dat zij niet weet hoeveel zakat zij zou moeten betalen. Daarnaast erkend eiseres dat het onlogisch is dat zij naar het telecombedrijf is geweest, maar volgens haar maakt dat nog niet dat het ook ongeloofwaardig is. Verder wijst eiseres op onder andere het Algemeen Ambtsbericht, waaruit blijkt dat Al Shabaab ook in [plaats] bleef opereren en de capaciteit had om ook in gebieden die niet onder hun controle stonden belasting te heffen.
7.1.
De rechtbank overweegt dat de minister niet ten onrechte stelt dat de verklaringen van eiseres over het betalen van de zakat niet aannemelijk zijn. Dat eiseres niet weet hoeveel zakat zij zou moeten betalen en hoe vaak, doet inderdaad af aan de geloofwaardigheid. Daarnaast stelt de minister niet ten onrechte dat het onlogisch is dat eiseres naar het telecombedrijf is geweest om na te vragen door wie zij is gebeld, terwijl zij vanaf het begin al wist dat het Al Shabaab was. Eiseres heeft immers ook verklaard dat Al Shabaab samenwerkt met het telecombedrijf. Verder heeft de minister het niet ten onrechte bevreemdend kunnen vinden dat eiseres al heel lang voor restaurants werkte, maar dat Al Shabaab haar pas in 2022 benaderde om zakat te betalen. Dat Al Shabaab eiseres in [plaats] als doelwit heeft, terwijl zij daar niet aan de macht zijn, is gelet op de door eiseres aangehaald landeninformatie niet vreemd. De minister heeft onvoldoende gemotiveerd waarom dit aan eiseres wordt tegengeworpen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister echter – gelet op de overige hiervoor besproken elementen – deugdelijk gemotiveerd dat de verklaringen van eiseres over het betalen van de zakat afdoen aan de geloofwaardigheid van het asielmotief.
Het incident in de woning en de ontsnapping
8. Eiseres stelt verder dat de minister ten onrechte haar verklaringen over het incident in haar woning, waarbij haar vader is omgekomen en haar man werd ontvoerd, niet geloofwaardig heeft geacht. Volgens eiseres werpt de minister haar ten onrechte tegen dat het niet aannemelijk is dat zij tijdens haar vlucht wel haar telefoon meeneemt, maar haar kindje in bed achterlaat. Het is namelijk wetenschappelijk bewezen dat er bij extreem gevaar een automatische overlevingsreactie optreedt, waarbij vluchten één van de reacties is.
8.1.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister aan eiseres kunnen tegenwerpen dat het niet aannemelijk is dat eiseres bij het vluchten niet aan haar jongste kind dacht, die naast haar in bed lag, en haar kind daarom in bed heeft achtergelaten, maar dat zij wel haar telefoon heeft meegenomen. Daarnaast stelt de minister niet ten onrechte dat eiseres ook tegenstrijdig heeft verklaard over haar telefoon. Uit het relaas van eiseres blijkt immers dat zij haar telefoon heeft meegenomen, maar zij heeft ook verklaard dat zij haar telefoon in Ethiopië is kwijtgeraakt en daarna dat zij de telefoon in [plaats] heeft weggegooid. Ook dit heeft de minister aan eiseres kunnen tegenwerpen. Verder heeft de
minister niet ten onrechte betrokken dat de verklaringen van eiseres over de ontsnapping niet aannemelijk zijn. Het is opvallend dat eiseres niet duidelijk kan uitleggen waar het huis van de buren, waarin zij heeft ondergedoken, zich bevindt. Haar verklaringen dat zij het niet weet omdat zij analfabeet is en niet weet wat een meter is en de verklaring dat het ongeveer 3 minuten rennen was, zijn vaag en inconsistent. Daarnaast is het opvallend dat eiseres op korte afstand van haar woning onderdook, dat zij pas na een aantal dagen na het incident zich zorgen maakte on de veiligheid van haar man, vader en kind en dat zij niet eerder op de hoogte is geweest van het overlijden van haar vader, terwijl zij ondergedoken was bij buren en buren ook haar kindje hebben gered. De minister stelt, naar het oordeel van de rechtbank, niet ten onrechte dat deze omstandigheden afdoen aan de aannemelijkheid van het incident in de woning en de ontsnapping.
Overige tegenstrijdigheden
9. Verder stelt eiseres dat de minister haar ten onrechte tegenwerpt dat zij tegenstrijdig heeft verklaard over de reden waarom haar man is ontvoerd en over of haar moeder naar aanleiding van de problemen van eiseres nog iets van Al Shabaab heeft vernomen. Eiseres heeft bij de vreemdelingenpolitie verklaard dat zij niet precies
weet waarom ze haar man hebben meegenomen terwijl ze in het nader gehoor verklaart dat ze hem hebben meegenomen omdat hij heeft geweigerd belasting te
betalen waardoor hij als afvallig wordt gezien. Volgens eiseres betreft dit een aanvulling en geen tegenstrijdigheid. Daarnaast mag de minister haar verklaring bij de vreemdelingenpolitie niet gebruiken voor de beoordeling van het relaas. Over de vraag of de moeder van eiseres nog iets van Al Shabaab heeft gehoord, heeft eiseres verklaard dat zij niet weet of haar moeder nog iets heeft gehoord van Al Shabaab, omdat haar moeder haar niets heeft verteld en haar misschien wil sparen. Vervolgens heeft zij verklaard dat haar moeder een nieuw telefoonnummer heeft en het daarom niet weet. Hiermee bedoelt eiseres dat haar moeder misschien niet meer door Al Shabaab is benaderd omdat zij een nieuw telefoonnummer heeft.
9.1.
Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van de minister erkend dat beide lezingen van de verklaringen over of de moeder van eiseres nog iets van Al Shabaab heeft gehoord mogelijk zijn. De minister laat deze tegenwerping daarom vallen, maar handhaaft dat eiseres tegenstrijdig heeft verklaard over waarom haar man is ontvoerd. De rechtbank volgt dit. Tijdens het gehoor bij de vreemdelingenpolitie is haar gevraagd waarom haar man is meegenomen. Eiseres heeft daarop gereageerd dat zij niet precies weet waarom. In het nader gehoor heeft eiseres op deze vraag geantwoord dat de weigering om zakat te betalen de reden is voor de ontvoering. Het gehoor bij de vreemdelingenpolitie is weliswaar niet bedoeld om het relaas toe te lichten, maar dat maakt niet dat de minister haar verklaringen tijdens dat gehoor niet mag betrekken in de beoordeling. Vooral gelet op de omstandigheid dat de gestelde ontvoering van haar man een belangrijk onderdeel is van haar asielrelaas. De minister heeft haar dit daarom mogen tegenwerpen en stelt niet ten onrechte dat dit afdoet aan de geloofwaardigheid van het asielrelaas.
10. Gelet op de voorgaande overwegingen komt de rechtbank tot het oordeel dat de minister niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft gevonden dat eiseres door Al Shabaab is bedreigd omdat zij de belasting niet kon betalen en dat als gevolg hiervan haar vader is vermoord en haar man is ontvoerd.
Alleenstaande vrouw
11. Eiseres stelt zich verder op het standpunt dat de minister haar ten onrechte niet als alleenstaande vrouw heeft opgemerkt. Zij voert in dat kader aan dat de minister zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de ontvoering van haar man niet geloofwaardig is. Daarnaast stelt zij dat uit haar verklaringen blijkt dat zij van plan was om van haar man te scheiden. Ook indien de ontvoering van haar man niet geloofwaardig is, zal zij op grond van die reden als alleenstaande danwel gescheiden vrouw moeten worden aangemerkt.
11.1.
Nu de rechtbank heeft overwogen dat de minister niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht dat de man van eiseres is ontvoerd, is er geen aanleiding om eiseres als alleenstaande aan te merken. Ook de stelling dat zij van plan was om te scheiden is daartoe onvoldoende. De minister stelt terecht dat de voorgenomen scheiding een onzekere toekomstige gebeurtenis betreft.
Discriminatie
12. Eiseres heeft zich, in het beroepschrift, op het standpunt gesteld dat de minister ten onrechte heeft geoordeeld dat de discriminatie waar zij haar hele leven mee is geconfronteerd niet dusdanige vormen aannam dat dat het voor haar een dusdanige beperking van de bestaansmogelijkheden heeft opgeleverd dat het
onmogelijk was om op maatschappelijk en sociaal gebied te kunnen functioneren. Tijdens de behandeling ter zitting heeft eiseres de beroepsgrond ingetrokken dat zij zich niet zou kunnen handhaven vanwege discriminatie, maar heeft zij zich op het standpunt gesteld dat zij vanwege haar persoonlijke omstandigheden risico loopt op ernstige schade zoals bedoeld in artikel 3 EVRM. Eiseres wijst in dat kader op de omstandigheden dat zij zou terugkeren als een alleenstaande danwel gescheiden vrouw, zij buiten haar woonplaats niet veel heeft gezien, zij een buitenechtelijk kind heeft gehad en los van haar moeder weinig tot geen netwerk heeft.
12.1.
De rechtbank overweegt dat de omstandigheden dat zij alleenstaand zou zijn en problemen zou hebben met Al Shabaab niet ten onrechte ongeloofwaardig zijn geacht. Daarnaast is niet gebleken dat eiseres aan een risicoprofiel voldoet. Verder is uit de verklaringen van eiseres gebleken dat zij ondanks de omstandigheden dat zij tot een minderheidsclan behoort en een buitenechtelijk kind heeft gehad, zij zichzelf staande heeft weten te houden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister zich daarom niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat niet aannemelijk is dat eiseres bij terugkeer naar Somalië een reëel risico op ernstige schade loopt.

Conclusie en gevolgen

13. De minister heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P. Lenstra, rechter, in aanwezigheid van mr. N.J. Biswane, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
04 november 2025

Documentcode: [Documentcode]

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.