ECLI:NL:RBDHA:2025:20772

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 november 2025
Publicatiedatum
6 november 2025
Zaaknummer
NL25.34843
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure inzake nareis aanvragen

Op 6 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende verzoekers die een beroep hebben ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun aanvragen voor een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. W. Volkers, hebben de minister van Asiel en Migratie verzocht om de proceskosten te vergoeden nadat de minister alsnog een besluit had genomen na het indienen van het beroep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister pas na het indienen van het beroep een besluit heeft genomen, waarmee hij aan de verzoekers tegemoet is gekomen. Hierdoor is de minister verplicht om de proceskosten van de verzoekers te vergoeden. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 453,50 en heeft de minister veroordeeld tot betaling van dit bedrag. De uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Verzoekers hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.34843

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam],V-nummer: [nummer],

[naam],
V-nummer: [nummer],

[naam],

V-nummer: [nummer],

[naam],

V-nummer: [nummer]

[naam],

V-nummer: [nummer]
tezamen: verzoekers,
(gemachtigde: mr. W. Volkers),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoeker om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten.
1.1.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. Verzoekers hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun aanvragen voor een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. Vervolgens heeft de minister alsnog een besluit genomen. Verzoekers hebben daarop het beroep ingetrokken en daarbij gevraagd om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten. [2]
3. De rechtbank stelt vast dat de minister pas na het indienen van het beroep tegen het niet tijdig beslissen alsnog een besluit heeft genomen. Daarmee is de minister aan verzoekers tegemoetgekomen. De minister dient daarom de proceskosten van verzoekers te betalen.

Conclusie en gevolgen

4. Het verzoek wordt toegewezen. De minister moet de door verzoekers gemaakte proceskosten vergoeden. Deze kosten stelt de rechtbank vast op € 453,50. [3]

Beslissing

De rechtbank veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van
€ 453,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, rechter, in aanwezigheid van
A.S. van der Veen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 8:75 en 8:75a van de Awb, nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door de gemachtigde verleende rechtsbijstand, waarbij 1 punt is gerekend voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor van 0,5.